De betreffende ster, LAMOST-HVS1 geheten, is een heldere blauwe subreus met een massa van ruim acht maal die van de zon die zich met een snelheid van zo’n 570 kilometer per seconde door het binnenste deel van het Melkwegstelsel beweegt.
Die snelheid is zo groot dat die ster waarschijnlijk in een verre toekomst uit het Melkwegstelsel zal ontsnappen.
Kohei Hattori en collega’s bepaalden met behulp van de metingen van de Europese astrometriesatelliet Gaia en de Magellantelescoop in Chili zowel de afstand – 40.000 lichtjaar – als de huidige snelheid van de ster en berekenden daaruit de baan die hij in het verleden in het Melkwegstelsel moet hebben beschreven.
Tot hun verrassing vonden zij dat de ster niet uit de richting van het het Melkwegcentrum is gekomen, maar uit de schijf van dit stelsel.
Deze ontdekking sluit uit dat de ster door een zwieper langs het superzware zwarte gat in het Melkwegcentrum aan zijn grote snelheid is gekomen. Maar evenmin kan de ster afkomstig zijn van een dubbelster waarvan één component zich tijdens een supernova-explosie opblies en zijn begeleider dus zijn gravitationele ‘houvast’ kwijtraakte en wegvloog.
Blijft over de zwaartekrachtwisselwerking met een extreem zware ster, meerdere gewone sterren of een middelzwaar zwart gat in een jonge sterrenhoop.
De astronomen hebben berekend dat deze laatste mogelijkheid inderdaad de meest waarschijnlijke is en daarmee is voor het eerst een zware ster gevonden die met zo’n extreem grote snelheid uit een sterrenhoop is ontsnapt.
Dat zou ongeveer 33 miljoen jaar geleden zijn gebeurd en wel kort na de geboorte van de ster.
De berekende baan van de ster begint in een gebied nabij de spiraalarm in het zuidelijke sterrenbeeld Norma (Winkelhaak).
In dat gebied is tot nu toe nog geen sterrenhoop gevonden, maar die zou zich verborgen kunnen houden achter het stof in deze spiraalarm. (GB/ Astrophysical Journal 873: 116)
