Astronomen van de universiteit van Warwick hebben een Jupiter-achtige planeet ontdekt die in slechts 18 uur een omloop rond zijn moederster volbrengt.
Dat betekent dat hij zich gevaarlijk dicht bij de ster bevindt.
Het is voor het eerst dat een planeet van dit type met zo’n korte omlooptijd is ontdekt (Monthly Notices of the Royal Astronomical Society).
De ontdekte planeet, de ‘hete Jupiter’ NGTS-10b, is ontdekt bij een ster op ongeveer 1000 lichtjaar van de aarde.
Dat is gebeurd in het kader van survey waarbij planeten worden opgespoord met behulp van de transitmethode.
Dat betekent dat gezocht wordt naar sterren die regelmatig optredende helderheidsdipjes vertonen, zoals die ontstaan wanneer er van ons uit gezien een planeet voor de ster langs trekt.
Hoewel deze opsporingsmethode vooral goed werkt bij hete Jupiters met omlooptijden van minder dan 24 uur, blijken planeten van dit type heel erg zeldzaam te zijn.
Van de honderd hete Jupiters die tot nu toe zijn opgespoord, hebben er maar zeven een omlooptijd van minder dan een dag.
De afstand tussen NGTS-10b bedraagt slechts tweemaal de diameter van zijn ster.
Vertaald naar ons zonnestelsel zou dat betekenen dat Mercurius zich op slechts drie miljoen kilometer van de zon bevindt.
Bij die geringe afstand worden de getijkrachten van de ster dermate sterk, dat de planeet, die twintig procent groter is dan ‘onze’ Jupiter en ongeveer tweemaal zoveel massa heeft, uiteindelijk aan flarden zal worden getrokken.
Vermoed wordt dat de planeet al een hele tijd bezig is om geleidelijk naar zijn ster toe te spiralen.
Massarijke planeten ontstaan doorgaans op grote afstand van hun ster en worden afgeremd door het gas en stof in de protoplanetaire schijf waar ze deel van uitmaken.
Met behulp van nauwkeurige metingen van NGTS-10b hopen de astronomen te kunnen vaststellen of de planeet inderdaad nog naar binnen spiraalt, of op de een of andere manier stand weet te houden in zijn huidige omloopbaan.
Binnen een jaar of tien zou daar duidelijkheid over moeten zijn. (EE) (Image credit: University of Warwick/Mark Garlick)