De atmosfeer van KELT-9 b, de heetste exoplaneet die tot nu toe is opgespoord, bevat naast (gasvormige) ijzer en titanium ook sporen van natrium, magnesium, chroom en de zeldzame aardmetalen scandium en yttrium.
Dat hebben Zwitserse astronomen vastgesteld.
De afgelopen 25 jaar hebben astronomen meer dan 4000 exoplaneten ontdekt.
Veel van deze planeten zijn hete gasreuzen die zich dicht bij hun moederster bevinden.
KELT-9 b is daar een extreem voorbeeld van: de 650 lichtjaar verre moederster van deze planeet is bijna twee keer zo heet als onze zon.
Daardoor bereiken de temperaturen in zijn atmosfeer waarden van ongeveer 4000 °C.
Bij die de hitte verdampen bijna alle elementen volledig en worden moleculen in hun afzonderlijke atomen geschieden.
De atomen waaruit het atmosferische gas van zo’n planeet bestaat absorberen licht op specifieke golflengten.
Dat biedt astronomen de mogelijkheid om, zelfs van zo’n grote afstand, de samenstelling van de atmosfeer te bepalen.
Het is voor het eerst dat daarbij chroom, scandium en yttrium zijn aangetoond.
Bovendien zijn de astronomen nu meer te weten gekomen over de luchtstromingen hoog in de atmosfeer, die gassen van het ene halfrond naar het andere transporteren.
Naar verwachting zullen in de atmosfeer van KELT-9b mettertijd nog meer elementen worden opgespoord. (EE)