Ultima Thule bestaat uit twee ‘aan elkaar geplakte’ objecten.
Dat blijkt uit de eerste scherpe opnamen die ruimtesonde New Horizons naar de aarde heeft overgeseind.
De twee delen hebben de afzonderlijke bijnamen ‘Ultima’ en ‘Thule’ gekregen.
De rotatietijd van het tweelobbige, komeetachtige hemellichaam bedraagt 15 uur.
Zijn oppervlak is ongeveer zo donker als potaarde en enigszins rood getint, een gevolg van de inwerking van kosmische straling.
Het helderste deel is de ‘nek’ van het object, waar de twee lobben aan elkaar zitten.
Dit deel is minder rood dan de rest van Ultima Thule.
Mogelijk heeft zich hier fijn ijsachtig oppervlaktemateriaal verzameld.
Opvallend is ook dat er op het eerste gezicht weinig inslagkraters op het oppervlak te vinden zijn.
Het lijkt er sterk op dat de beide lobben van Ultima Thule met zeer lage snelheid tegen elkaar zijn gebotst.
Dat doet vermoeden dat ze het resultaat zijn van een accretieproces: het samenklonteren van kleine deeltjes tot steeds grotere brokstukken.
Dat past goed in het bestaande plaatje van het ontstaan van de planeten van ons zonnestelsel, die het resultaat zouden zijn van samenklonterende ‘planetesimalen’. (EE)