Astronomen hebben op 15 april 2020 een korte gammaflits waargenomen die waarschijnlijk afkomstig was van een magnetar – een neutronenster met een extreem sterk magnetisch veld.
Het object maakt deel uit van NGC 253, een sterrenstelsel op 11,4 miljoen lichtjaar afstand.
Het is voor het eerst dat een ‘magnetarflits’ in een extragalactisch stelsel zo nauwkeurig is gelokaliseerd.
Net als een ‘gewone’ neutronenster is een magnetar het compacte overblijfsel van een supernova-explosie.
Hoewel zo’n object slechts een kilometer of twintig groot is, bevat het meer massa dan onze zon.
Magnetars tollen om de paar seconden om hun as en hebben het sterkste magnetische veld van alle bekende objecten in het heelal.
Zelfs vrij geringe verstoringen van dat magnetische veld kunnen uitbarstingen van röntgenstraling veroorzaken die soms weken of maanden voortduren.
Al geruime tijd bestaat het vermoeden dat deze exotische objecten ook de bron zijn van sommige korte gammaflitsen – heldere flitsen van energierijke gammastraling die in de jaren 70 voor het eerst werden waargenomen.
Ook in ons Melkwegstelsel zijn gammaflitsen waargenomen die van magnetars afkomstig lijken te zijn, maar die waren zo intens dat de detectors waarmee ze werden geregistreerd ‘verblind’ raakten.
Bovendien worden waarnemingen binnen de Melkweg gehinderd door stof.
Vandaar dat astronomen al geruime tijd uitkijken naar flitsen van magnetars in sterrenstelsels buiten het onze.
De detectie van gammaflits GRB 200415A, die slechts 0,14 seconde duurde, is de meest nauwkeurige tot nu toe.
Ook een handjevol andere korte gammaflitsen – twee in onze Melkweg en vier daarbuiten – worden aan magnetars toegeschreven.
De oorzaak van de ‘magnetarflitsen’ wordt nog niet geheel begrepen.
Maar astronomen vermoeden dat de veldlijnen die aan het oppervlak van een magnetar ontspringen, sterk verstrengeld kunnen raken.
Dat veroorzaakt zoveel spanning in de korst van het object, dat er breuken ontstaan en het magnetische veld zich ‘herschikt’ in een lagere energietoestand.
De energie die bij deze reconnectie vrijkomt, ontsnapt deels als gammastraling.
Het verslag van de ontdekking is woensdag 13 januari gepresenteerd tijdens de 237ste (virtuele) bijeenkomst van de American Astronomical Society, en gepubliceerd in de tijdschriften Nature en Nature Astronomy. (EE)
(Image Credit: NASA’s Goddard Space Flight Center/Chris Smith, USRA/GESTAR)
