Bij het inventariseren van de hoeveelheid gas die onze Melkweg in en uit stroomt, is ontdekt dat er geen sprake is van een evenwicht.
Op basis van gegevens van de Hubble-ruimtetelescoop zijn astronomen tot de conclusie gekomen dat er meer gas binnenkomt dan dat er uitgaat.
De instroom bedraagt ruim een halve zonsmassa per jaar, de uitstroom ongeveer een zesde zonsmassa per jaar.
Duidelijk was al dat ons sterrenstelsel zuinig omgaat met zijn gas.
Deze kostbare grondstof voor de vorming van nieuwe sterren wordt voortdurend gerecycled.
Het gas dat bij supernova-explosies en in de vorm van hevige sterrenwinden de Melkweg uit wordt geblazen, komt uiteindelijk weer terug en kan dan weer worden gebruikt om nieuwe sterren te laten ontstaan.
Verrassend genoeg blijkt uit gegevens van Hubble’s Cosmic Origins Spectrograph echter dat er meer gas terugkomt dan er wordt uitgestoten.
Waar dat extra gas vandaan komt, is raadselachtig.
Astronomen vermoeden dat het uit de intergalactische ruimte afkomstig is.
Een andere bron van gas zouden de kleine sterrenstelsels kunnen zijn die als satellieten om de Melkweg zwermen.
Het is echter ook denkbaar dat de nu vastgestelde gasboekhouding niet klopt.
Bij het onderzoek is namelijk alleen gekeken naar de hoeveelheid koel gas.
Maar ook heter gas zou een rol kunnen spelen. (EE)