De maan is waarschijnlijk ontstaan na een botsing tussen de oer-aarde en een protoplaneet ter grootte van Mars, de laatste grote botsing in de geschiedenis van onze planeet. Het moment van deze ingrijpende gebeurtenis kan bepaald worden door het dateren van de maangesteenten die door kristallisatie ontstonden in de magma-oceaan op de jonge maan. Maar volgens Amerikaanse astronomen zit hierbij een addertje onder het gras. Dit soort dateringen leveren ouderdommen die uiteenlopen van 4,35 tot 4,51 miljard jaar. Die waarden hangen onder andere af van de gesteenten die onder de loep worden genomen en of het gaat om hele gesteentemonsters of afzonderlijke kristallen daarin. De eerste wijzen vooral op jongere leeftijden, die moeilijk te verenigen zijn met de gangbare modellen van de maan. De tweede soort dateringen, met name via zirkoonkristallen, leveren ook hogere leeftijden op. Francis Nimmo en collega’s denken nu dat de jongere leeftijden samen hangen met een periode van het opnieuw plaatselijk smelten van het maanoppervlak. Die leeftijden zouden dan niet direct zijn gekoppeld aan het ontstaan van de maan, door samenklontering van materiaal dat tijdens de botsing rond de aarde werd geslingerd. Maar ook niet met de kristallisatie van gesteenten in de magma-oceaan die de maan aanvankelijk bedekte. De gesuggereerde her-smelting van het maanoppervlak zou hebben plaatsgevonden toen de maan – die zich van de aarde verwijderde – zich op afstanden tussen 100.000 en 140.000 kilometer van de aarde bevond en sterkere getijdenkrachten ondervond dan daarvoor. Daardoor werd het inwendige extra verhit en kwam een deel hiervan via vulkanische activiteit naar buiten. Er ontstond geen ‘wereldwijde’ magma-oceaan, maar de kristallisatieleeftijd van sommige maangesteenten werd hierdoor plaatselijk wel ‘gereset’ en naar jongere leeftijden verschoven. Volgens de astronomen wijzen hun aangepaste ontstaansmodellen erop dat de maan in de periode tussen de 4,43 en 4,53 miljard jaar geleden is ontstaan, dus aan de bovengrens van de eerdere ouderdomsschattingen. De hogere leeftijd verklaart tevens het geringere aantal inslagbekkens. Een deel ervan werd tijdens de her-smelting uitgewist. (GB/Nature 636, blz. 598) (Image credit: Theia, Dana Berry/SwRI)