Dat de ijskorst van Europa, een van de grote ijsmanen van Jupiter, in het verleden ten opzichte van het inwendige is verschoven, was al bekend.
Nu hebben Amerikaanse astronomen vastgesteld dat dit geologisch gesproken nog maar kort geleden is gebeurd.
Zij hebben dit afgeleid uit opnamen die in 1979 werden gemaakt door de twee passerende Voyager-ruimtesondes en vanaf 1995 door de om Jupiter draaiende Galileo.
Europa heeft een mantel van gesteenten die omringd wordt door een oceaan die de gehele satelliet omspant.
Op deze oceaan drijft een ijskorst die uit talloze fragmenten bestaat en doorkruist wordt door ontelbare groeven en breuken.
De ijsmaan draait even snel rond zijn as als rond Jupiter, waardoor hij steeds hetzelfde halfrond naar de planeet keert en de door Jupiter veroorzaakte getijdenkrachten steeds aan dezelfde
delen van zijn ijskorst trekken.
Ruim tien jaar geleden ontdekte de Amerikaanse astronoom Paul Schenk dat deze ijskorst over een hoek van zo’n 80 graden moet zijn gedraaid.
Hij had dit afgeleid uit de ligging van cirkelvormige breukpatronen die op de ‘verkeerde’ plaatsen liggen, ruwweg loodrecht op de richting van de getijdenkrachten.
De periode waarin deze verschuiving zou hebben plaatsgevonden was toen nog onzeker, maar die hebben Schenk en collega’s nu bepaald via een ander soort breuken die met de bovengenoemde samenhangen.
Deze zogeheten en echelon fissures zijn 100 tot 300 kilometer lang, één tot twee kilometer breed en tot 200 meter diep.
Ze doorsnijden uiteenlopende terreinsoorten en behoren dus tot de jongste oppervlaktedetails.
Zo lopen ze ook door het materiaal dat werd weggeslingerd tijdens het ontstaan van de 23 kilometer grote krater Manannan.
Dit betekent dat de breuken binnen de afgelopen paar miljoen jaar moeten zijn ontstaan en dat ook de draaiing van de ijskorst, ofwel de poolbeweging, binnen deze periode heeft plaatsgevonden.
En dat bevestigt niet alleen opnieuw dat Europa’s ijskorst is losgekoppeld van zijn mantel, maar ook dat zijn oppervlaktedetails niet altijd op hun oorspronkelijk plaats liggen.
De tektonische geschiedenis van Europa is ingewikkelder geworden. (GB/Geophysical Research Letters, te publiceren)
(Uit Zenit december 2020)