Wetenschappers van Queen Mary University of London hebben ontdekt hoe ‘Peter Pan’-schijven ontstaan.
Dat zijn schijven van gas en stof rond jonge sterren die vijf tot tien keer zo lang standhouden als normale protoplanetaire schijven. Astronomen weten pas sinds 2016 van hun bestaan, en tot nu toe zijn er nog maar zeven van ontdekt (Monthly Notices of the Royal Astronomical Society).
Bij het onderzoek hebben de Britse wetenschappers met behulp van computersimulaties naar scenario’s gezocht die in Peter Pan-schijven kunnen resulteren.
Daarbij hebben ze vastgesteld dat zulke schijven zich alleen kunnen vormen in afgelegen omgevingen, uit de buurt van andere sterren.
Als er teveel sterren in hun omgeving zijn, worden ze weggeblazen door de vele straling die deze sterren produceren.
Ook moeten Peter Pan-schijven al vanaf hun ontstaan veel groter zijn dan normale schijven.
Hoe meer gas ze bevatten, des te langer kunnen ze hun bestaan rekken.
Tot de ontdekking van de langlevende Peter Pan-schijven dachten wetenschappers dat de schijven rond jonge sterren waar planeten uit kunnen ontstaan een levensduur van minder dan 10 miljoen jaar hadden.
Dat zou betekenen dat het planeetvormingsproces heel snel op gang moet komen, want voor je het weet is er geen schijf meer.
Een interessant punt is dat Peter Pan-schijven tot nu toe alleen zijn aangetroffen bij sterren met weinig massa, en deze lichte sterren hebben doorgaans ook veel planeten.
Het lijkt er dus op dat deze zaken verband houden met elkaar. (EE) (Image credit: artist impression NASA/JPL-Caltech/T. Pyle (SSC)