Image default

Zonnestelsel ontstond in twee fasen

Een interdisciplinair team van wetenschappers heeft een nieuwe theorie opgesteld die kan verklaren waarom het binnenste deel van ons zonnestelsel zo sterk verschilt van het buitenste deel.
Anders dan bij het meest gangbare model is daarin geen hoofdrol weggelegd voor de planeet Jupiter (Science).
De binnenste planeten – Mercurius, Venus, de aarde en Mars – zijn relatief klein en droog.
Daarin onderscheiden ze zich van de planeten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus, die voor een groot deel uit vluchtige elementen bestaan.
In de afgelopen jaren is ontdekt dat de twee delen van ons zonnestelsel zich op nog een ander belangrijk punt van elkaar onderscheiden.
Afhankelijk van uit welk deel ze afkomstig zijn vertonen meteorieten een andere samenstelling.
De bestaande verklaring voor de onderlinge verschillen tussen planeten en meteorieten is ongeveer als volgt.
Toen 4,5 miljard jaar geleden het zonnestelsel begon te ontstaan uit een schijf van gas en stof, ontstond Jupiter als eerste.
Deze planeet veegde daarbij zoveel materiaal op, dat de planeetvormende schijf werd verdeeld in een binnen- en een buitendeel.
Daarbij werd de uitwisseling van materiaal tussen beide delen geblokkeerd.
Op basis van computersimulaties is het onderzoeksteam nu tot een andere verklaring voor de tweedeling van het zonnestelsel gekomen.
Volgens hun model verliep het ontstaan van het zonnestelsel in twee fasen.
Tijdens de eerste fase was de zon nog aan het ontstaan, en vormden zich in haar naaste omgeving de eerste planetaire bouwstenen, zogeheten planetesimalen.
Deze waren rijk aan water, wat zou betekenen dat ook de aarde direct al heel waterrijk zou moeten zijn geweest.
Dat dit niet zo is, komt volgens de wetenschappers door het verval van het eveneens in de planetesimalen aanwezige radioactieve element aluminium-26.
Bij dat verval komt warmte vrij, waardoor de planetesimalen smolten en hun water kwijtraakten.
Vervolgens gebeurde er ongeveer een half miljoen jaar niets.
Daarna kwam de vorming van planetesimalen in het buitenste deel van het zonnestelsel op gang.
Omdat het radioactieve aluminium al was vervallen, bleven deze planetesimalen koud en hielden ze meer vluchtige stoffen vast.
Als gevolg daarvan kregen de buitenste planeten een heel andere samenstelling dan de binnenste. (EE)
(Illustration: Mark A. Garlick / markgarlick.com)

Ook interessant

‘Vervuilende’ activiteit van sterrenstelsel NGC 4383 in beeld gebracht

stipmedia

Ruimtesonde Voyager 1 stuurt weer begrijpelijke informatie naar de aarde

stipmedia

De eerste glimp van de Grote Noord-Amerikaanse Eclips

stipmedia

Heeft bruine dwerg W1935 een actieve maan?

stipmedia

Hubble spoort honderden kleine planetoïden op

stipmedia

Zwaar zwart gat ontdekt in onze kosmische ‘achtertuin’

stipmedia