Jupiter is de grootste planeet van ons zonnestelsel, terwijl Saturnus op plaats twee staat.
Dat is al miljarden jaren zo en zal ook altijd zo blijven.
Maar wat het aantal (bekende) manen betreft verwisselen de twee reuzenplaneten soms van plaats.
In 2018 werden bij Jupiter twaalf maantjes ontdekt, die toen met 79 manen aan de top stond.
Maar in 2019 werden er bij Saturnus twintig maantjes ontdekt, waardoor die nu met 82 stuks op de eerste plaats staat.
De nieuwe manen werden door Scott Sheppard en collega’s ontdekt op opnamen van de Subaru-telescoop op Hawaii.
Alle maantjes zijn ongeveer vijf kilometer groot.
Drie ervan draaien in dezelfde richting als de aswenteling van Saturnus om de planeet.
Twee van deze prograde maantjes behoren tot een grote groep van buitenste maantjes met een baanhelling van 45-50°, de Inuit-groep.
Zij vormden mogelijk ooit een grotere maan die uiteen is gevallen in kleinere fragmenten.
Het derde prograde maantje heeft een inclinatie van 36° en behoort tot de Gallische groep.
Lees het hele artikel in de februari editie van het magazine ZENIT meer info
