Een zorgvuldige herbeoordeling van meer dan tien jaar oude gegevens wijst erop dat Titan, de grootste maan van Saturnus, geen omvangrijke oceaan onder zijn ijzige oppervlak heeft, zoals eerder werd gesuggereerd. In plaats daarvan schuilt er onder zijn oppervlak waarschijnlijk een ‘pap’ van ijs, modder en water (Nature). Gegevens van de Cassini-missie van NASA en ESA naar Saturnus deden onderzoekers aanvankelijk vermoeden dat zich onder het ijs op Titan een grote oceaan van vloeibaar water bevindt. Maar toen ze een model maakten van deze maan, kwamen de resultaten niet overeen met de fysische eigenschappen zoals die door de gegevens werden beschreven. ‘In plaats van een open oceaan zoals we die op aarde kennen, hebben we waarschijnlijk eerder te maken met iets dat lijkt op arctisch zee-ijs of ondergrondse watervoerende lagen, wat niet alleen gevolgen heeft voor het soort leven dat we hier zouden kunnen aantreffen, maar ook voor de beschikbaarheid van voedingsstoffen, energie enzovoort’, aldus planeetwetenschapper Baptiste Journaux van de Universiteit van Washington (VS). Titan is gehuld in een nevelige atmosfeer, en is de enige wereld naast de aarde waarvan bekend is dat er vloeistof op het oppervlak aanwezig is. Zijn temperatuur schommelt rond de -200 graden en de meren op zijn oppervlak zijn dan ook niet gevuld met water, maar met vloeibare methaan. Terwijl ze Titan in een elliptische baan om Saturnus zagen draaien, merkten onderzoekers op dat deze maan werd uitgerekt en samengedrukt, afhankelijk van waar hij zich ten opzichte van de planeet bevond. Dat bracht ze in 2008 tot de conclusie dat er, om zo’n sterke vervorming mogelijk te maken, onder het oppervlak van Titan een enorme oceaan moest schuilgaan. ‘De mate van vervorming hangt af van de interne structuur van Titan. Een diepe oceaan zou ervoor zorgen dat de korst meer buigt onder de zwaartekracht van Saturnus, maar als Titan volledig bevroren zou zijn, zou hij minder sterk vervormen’, aldus Journaux. ‘De vervorming die we tijdens de eerste analyse van de gegevens van de Cassini-missie hebben waargenomen, zou verenigbaar kunnen zijn met een ondergrondse oceaan, maar inmiddels weten we dat dát niet het compete verhaal is.’In hun nieuwe studie komen Journaux en collega’s met een subtielere verklaring: timing. De vormverandering van Titan loopt ongeveer vijftien uur achter op de sterkste zwaartekrachtsaantrekking van Saturnus. Net als bij het roeren van honing met een lepel kost het meer energie om een dikke, stroperige substantie te verplaatsen dan vloeibaar water. Op basis van de waargenomen vertraging konden de wetenschappers bepalen hoeveel energie er nodig is om Titan van vorm te doen veranderen en konden ze conclusies trekken over de viscositeit van zijn inwendige. En de hoeveelheid energie die daarbij verloren gaat was veel groter dan zij in het scenario met een wereldwijde oceaan verwachtten. Het model dat zij nu voorstellen bestaat uit een mengsel van vooral smeltende sneeuw en aanzienlijk minder vloeibaar water. Zo’n mengsel is taai genoeg om de geconstateerde vertraging te verklaren, maar bevat nog steeds genoeg water om Titan te doen vervormen wanneer er aan hem wordt getrokken. (EE) (Image credit: NASA)
