Nieuw onderzoek laat zien dat zonnevlekken en andere actieve gebieden van invloed zijn op de globale emissie van de zon.
De zonnevlekken zorgen ervoor dat sommige soorten zonnestraling worden afgezwakt, terwijl andere juist helderder worden.
Ook variëren de momenten waarop de diverse emissies veranderingen vertonen.
Astronomen kunnen deze kennis gebruiken om de omstandigheden van sterren te karakteriseren.
En dat kan het onderzoek van eventuele planeten rond deze sterren nauwkeuriger helpen maken.
Het onderzoek is gedaan door een internationaal team onder leiding van Shin Toriumi van het Japanse ruimteagentschap JAXA.
De astronomen hebben de verschillende soorten emissies die door satellieten voor zonneonderzoek, zoals Hinode en het Solar Dynamics Observatory, zijn verzameld bij elkaar opgeteld.
Op die manieren konden ze nabootsen hoe de zon eruitziet als je haar van zeer grote afstand zou waarnemen.
De astronomen stelden vast dat wanneer een zonnevlek zich midden op de schijf van de zon bevindt, de totale hoeveelheid licht van de zon afneemt.
Wanneer zich juist zonnevlekken aan de rand bevinden, is de zon helderder, omdat dan de heldere ‘fakkelvelden’ rond de zonnevlekken beter zichtbaar zijn dan de donkere vlekken zelf.
Daarbij komt nog dat de corona – de ijle zonneatmosfeer – boven plekken waar zich zonnevlekken bevinden meer röntgenstraling uitzendt.
Omdat de zogeheten coronale lussen die aan de zonnevlekken ontspringen een zeer hoge temperatuur hebben, is deze toename in röntgenhelderheid ook te zien wanneer de zonnevlek in kwestie zich al (of nog) achter de rand van de zon bevindt.
Door dergelijke helderheidsveranderingen op verschillende golflengten goed te timen, hopen astronomen ook donkere vlekken en coronale lussen bij andere sterren in kaart te kunnen brengen.
Op die manier kunnen zij de kleine helderheidsdips ten gevolge van planeten die voor hun ster langs trekken nauwkeuriger meten. (EE)
(Image Credit: ISAS/NAOJ)