Net als in de vorige aflevering van het NGC-object van de maand bekijken we nu een object in het meest oostelijk deel van het sterrenbeeld Virgo (Maagd).
Tussen de heldere ster Arcturus (α Boo) van het sterrenbeeld Bootes (Ossenhoeder) en de meest opvallende sterren van het sterrenbeeld Libra (Weegschaal), ligt een ‘uithoek’
van het sterrenbeeld Maagd, een ‘Virgoschiereiland’. Daarin bevindt zich het sterrenstelsel NGC 5746.
Door Kurt Christiaens en Mat Drummen
Dit melkwegstelsel kunnen we gemakkelijk vinden door de zoektocht te starten bij Arcturus (αBoo).
Ongeveer 5 graden ten zuidoosten van Arcturus staat de ster ζ Boo (magnitude +3,8), die meestal met het blote oog te zien is en anders wel met de verrekijker of telescoopzoeker.
Een tiental graden pal ten zuiden daarvan komen we bij 109 Vir (+3,7).
Als we deze ster in een ruim beeldveld plaatsen, kunnen we NGC 5746 niet missen: hij staat op 20 boogminuten ten westen van de ster.
Een groot beeldveld toont ster en nevel tegelijk, maar voor optimale detailobservatie is het beter de ster buiten beeld te plaatsen
Visueel waarnemen
NGC 5746 is met een visuele magnitude van +10,3 à +10,5 in een grote telescoop al goed te zien, mits de hemel redelijk donker is.
Hij is makkelijker te observeren dan bijvoorbeeld M108, een zwakker melkwegstelsel in de Grote Beer.
Vandaar dat het niet verwonderlijk is dat dit object is opgenomen in allerlei waarneemlijsten voor amateurs, zoals in Deep-Sky Companions: Hidden Treasures van
Stephen O’Meara.
Onder een donkere hemel tonen telescopen met een opening van 12 tot 15 cm een langgerekte nevel (een ‘sigaar’) met daarin een heldere kern.
Circa 5’ten noordwesten ervan staat een opvallende ster van magnitude +8,5 en ten noordoosten ervan een ster van magnitude +9,1 en nog enkele zwakkere sterren.
Die combinatie met de voorgrondsterren maakt het beeld extra aantrekkelijk.
De langgerekte structuur is typisch voor een melkwegstelsel dat we van opzij zien.
Het beeld van NGC 5746 komt dan ook globaal overeen met bekende stelsels zoals Messier 104, de Sombreronevel, en NGC 4565, de Spoelnevel.
Het stelsel heeft visueel een vrij grote omvang: 5 bij 1 boogminuten.
In een 20 tot 35 cm telescoop is NGC 5746 makkelijk zichtbaar als een lange nevelige ‘naald’ met een opvallend kerngebied.
Aan de oostelijke zijde ervan lijkt het stelsel scherper afgelijnd te zijn.
Op die plaats kun je onder een echt donkere hemel soms een stofband onderscheiden, met name bij perifeer kijken.
Het betreft stofwolken zoals we die kennen in onze eigen Melkweg die het licht van erachter gelegen sterren blokkeren.
Hoe groter de opening van de telescoop, hoe beter het stelsel zichtbaar is en hoe meer details we kunnen zien.
Zo is het beeld in een 40 cm spectaculair. Het heldere centrum toont een sterachtige kern.
De nevel heeft een gevlekt uiterlijk, met aan beide uiteinden een sterretje van magnitude +13 à +14.
De stofband is heel duidelijk, vooral bij waarneming vanuit een ooghoek (perifeer kijken).
Ze lijkt de nevel in twee delen te snijden, alsof er ten oosten van de kern een losliggend stukje nevel aanwezig is.
Zo’n structuur kunnen we ook bij andere zijkantstelsels opmerken, bijvoorbeeld bij NGC 891 in Andromeda en het reeds vermelde Sombrerostelsel.
Lees het hele artikel in het juli augustus nummer van Zenit
(Image Credit: Göran Nilsson & The Liverpool Telescope commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=63312577