Van de duizenden exoplaneten die in ons Melkwegstelsel zijn ontdekt, bevinden de meeste zich op minder dan een paar duizend lichtjaar van de aarde.
Ons sterrenstelsel is echter meer dan 100.000 lichtjaar groot, waardoor het moeilijk is om de verspreiding van planeten hierbinnen te onderzoeken.
Maar nu heeft een onderzoeksteam een manier gevonden om deze hindernis te overwinnen.
Bij het onderzoek, waarvan de resultaten in de Astrophysical Journal Letters zijn gepubliceerd, hebben astronomen van de Universiteit van Osaka en NASA een combinatie van waarnemingen en modellen gebruikt om te bepalen hoe de kans op het voorkomen van planeten varieert met de afstand tot het Melkwegcentrum.
De gebruikte waarnemingen zijn gebaseerd op een verschijnsel dat gravitationele microlensing wordt genoemd.
Daarbij fungeren objecten zoals planeten als ‘lenzen’, die het licht van verre sterren afbuigen en versterken.
Dit effect kan worden gebruikt om koude Jupiter- en Neptunus-achtige planeten door het hele Melkwegstelsel, van de galactische schijf tot in het centrale deel van ons sterrenstelsel, op te sporen.
Gravitationele microlensing is momenteel de enige manier om de verspreiding van planeten in het Melkwegstelsel te onderzoeken.
Maar tot nu toe is er weinig over bekend, vooral omdat het problematisch is om de afstanden te meten van planeten die meer dan 10.000 lichtjaar van ons verwijderd zijn.
Om dit probleem te omzeilen, hebben de onderzoekers in plaats daarvan gekeken naar de verdeling van een grootheid die de relatieve beweging van de lens en de verre lichtbron bij planetaire microlensing beschrijft.
Door de waargenomen verdeling te vergelijken met de verdeling die is voorspeld door een galactisch model, kon het onderzoeksteam afleiden hoe de exoplaneten over ons Melkwegstelsel verdeeld moet zijn.
De resultaten laten zien dat de verdeling van planeten niet sterk afhankelijk is van de afstand tot het Melkwegcentrum.
Koude planeten die in wijde banen om hun sterren draaien lijken overal in ons sterrenstelsel voor te komen, ook in het ‘dichtbevolkte’ centrum, waarvan lang is gedacht dat planeten daar schaars zouden zijn. (EE)
(Image Credit: Credit: Osaka University)