Een internationaal team van astronomen, onder leiding van Fengwu Sun van het Center for Astrophysics | Harvard & Smithsonian heeft opnamen gemaakt van ruim veertig afzonderlijke sterren in een sterrenstelsel op een afstand van maar liefst 6,5 miljard lichtjaar – met dank aan de Webb-ruimtetelescoop en het zogeheten zwaartekrachtlenseffect (Nature Astronomy). De sterren zijn ontdekt bij het inspecteren van Webb-opnamen van een spiraalvormig sterrenstelsel dat de Drakenboog wordt genoemd. Dit stelsel staat van ons uit gezien achter een enorme cluster van sterrenstelsels met de aanduiding Abell 370. Door de zwaartekracht van Abell 370 is het beeld van de Drakenboog uitgerekt tot een lange sliert. Het onderzoeksteam heeft nauwgezet de kleuren van de sterren in de Drakenboog onderzocht. Daarbij is ontdekt dat vele ervan rode superreuzen zijn, vergelijkbaar met de ster Betelgeuze in het sterrenbeeld Orion, die zich in zijn laatste levensfase bevindt. Dat is opvallend, omdat bij vergelijkbare waarnemingen met de Hubble-ruimtetelescoop voornamelijk blauwe superreuzen zijn ontdekt. Dit komt doordat Webb waarnemingen doet op infrarode golflengten en daardoor beter in staat is om koelere, en dus rodere, sterren op te sporen. Bij toekomstige waarnemingen met Webb zullen naar verwachting nog meer sterren in het Drakenboogstelsel worden opgespoord. Sun verheugt zich al op de volgende kans om deze rode superreuzen te bestuderen: ‘We weten meer over rode superreuzen in onze lokale galactische omgeving, omdat ze dichterbij zijn en we betere foto’s en spectra kunnen maken en soms zelfs afzonderlijke sterren kunnen zien. De kennis die we daarbij hebben opgedaan kunnen we nu gebruiken om te interpreteren wat er met hen gebeurt in een veel vroegere fase in de ontwikkeling van een sterrenstelsel.’ De meeste sterrenstelsels, zoals ook ons Melkwegstelsel, bevatten tientallen miljarden sterren. In nabije stelsels, zoals het Andromedastelsel, kunnen astronomen individuele sterren waarnemen. Maar in sterrenstelsels op miljarden lichtjaren afstand zijn doorgaans geen afzonderlijke sterren te zien: ze vertonen zich als wazige vlekken. Zoals voorspeld door Albert Einstein kunnen zwaartekrachtlenzen het licht van verre sterren honderden of zelfs duizenden keren versterken, waardoor ze binnen het bereik komen van gevoelige instrumenten zoals de Webb-ruimtetelescoop. (EE) (Image credit: NASA)