De Webb-ruimtetelescoop heeft zijn infraroodcamera’s gericht op Saturnusmaan Titan, zodat astronomen weer eens een blik kunnen werpen op de grootste en een van de meest bijzondere manen van ons zonnestelsel.
Het is de enige maan met een dichte atmosfeer en ook de enige met rivieren, meren en zeeën op zijn oppervlak – al zijn die niet gevuld met water, maar met methaan, ethaan en andere koolwaterstoffen.
Astronomen nemen Titan al tientallen jaren waar – met ruimtesondes zoals de Voyagers 1 en 2 en Cassini, maar ook met telescopen op aarde.
De Nederlandse astronoom Imke de Pater, werkzaam aan de Universiteit van Californië te Berkeley, geeft al vele jaren leiding aan Titan-waarnemingen met de Keck-telescopen op Hawaï.
Nadat Webb de grote Saturnusmaan op 4 november in beeld had gebracht, ontdekte het Titan-team van de ruimtetelescoop twee wolken in diens atmosfeer.
Daarop stuurde teamleider Conor Nixon snel een email naar De Pater en Berkeley-promovendus Katherine de Kleer om te vragen de wolken te bevestigen en hun beweging met de Keck-telescoop te volgen.
Op een reeks Keck-beelden die ongeveer 30 en 54 uur later werden gemaakt zijn inderdaad vergelijkbare wolken te zien.
Waarschijnlijk zijn het dezelfde, maar dan enigszins verschoven door de draaiing van de maan ten opzichte van de aarde.
Hoewel de Webb- en Keck-beelden er voor het ongetrainde oog ongeveer hetzelfde uitzien, kunnen de instrumenten van de ruimtetelescoop metingen doen die met Keck niet mogelijk zijn.
Zo kan Webb met behulp van infraroodspectroscopie de hoogte van wolken en nevels veel nauwkeuriger te bepalen.
De nieuwe waarnemingen zullen astronomen helpen de weerpatronen op Titan beter te begrijpen in aanloop naar een NASA-missie naar deze maan, Dragonfly geheten, die in 2027 gelanceerd zal worden.
Dragonfly is een drone met vier rotoren die de uitzonderlijke cocktail van chemische bestanddelen op Titan gaat onderzoeken, en naar tekenen van leven zal speuren. (EE)
(Image Credit: NASA, ESA, CSA, W.M. Keck Observatory/A. Pagan (STScI)