Dankzij recente waarnemingen met de Webb-ruimtetelescoop is een onderzoeksteam onder leiding van Adam Ginsburg, astronoom aan de Universiteit van Florida, meer te weten gekomen over een raadselachtige turbulente gaswolk in het centrum van ons Melkwegstelsel.
De gaswolk draagt de officiële aanduiding G0.253+0.015, maar heeft vanwege zijn ondoorzichtigheid de bijnaam ‘The Brick’ (de baksteen) gekregen.
Hij zorgt al jaren voor levendige discussies binnen de astronomische gemeenschap (The Astrophysical Journal).
The Brick is een van de meest intrigerende en best onderzochte gebieden van ons Melkwegstelsel, vanwege de opmerkelijk geringe productie van sterren ter plaatse. Opmerkelijk, omdat een wolk van dicht gas aan de lopende band nieuwe sterren zou moeten produceren.
Om hier het fijne van te weten, hebben Ginsburg en zijn team de Webb-ruimtetelescoop op de merkwaardige gaswolk gericht. Daarbij zijn ze op een paradox gestuit die het noodzakelijk maakt om de gevestigde theorieën over stervorming nog eens goed tegen het licht te houden. Met behulp van de infraroodcapaciteiten van Webb hebben de astronomen ontdekt dat The Brick aanzienlijke hoeveelheden bevroren koolstofmonoxide (CO) bevat – veel meer dan verwacht. En dat heeft grote gevolgen voor ons begrip van het stervormingsproces. Sterren ontstaan doorgaans op plekken waar zich koel gas heeft verzameld.
De aanwezigheid van aanzienlijke hoeveelheden CO-ijs doet dan ook vermoeden dat The Brick een florerende ‘sterrenfabriek’ is. Maar in werkelijkheid blijkt het daar aanwezige gas juist warmer te zijn dan in andere gaswolken van vergelijkbare massa’s. De ontdekking stelt ons begrip van de hoeveelheid CO in het centrum van de Melkweg en de belangrijke gas/stof-verhouding ter plaatse op de proef.
De Webb-gegevens laten zien dat beide kleiner zijn dan gedacht. ‘Webb heeft de weg geopend om moleculen in de vaste fase (ijs) te meten, terwijl we voorheen alleen naar gas konden kijken,’ aldus Ginsburg.
‘Hierdoor hebben we nu een beter beeld van waar de moleculen zich bevinden en hoe ze zich verplaatsen.’ Om de verdeling van CO-ijs in de enorme gaswolk te kunnen ontrafelen, hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van het felle achtergrondlicht van heet gas en meer dan tienduizend sterren – honderd keer zoveel als bij eerdere metingen. (EE) (Image Credit:arXiv (2023) DOI: 10.48550/arxiv.2308.16050)