Astronomen hebben misschien eindelijk de voorganger gevonden van een supernova van type Ic.
Van dit soort supernova-explosies wordt aangenomen dat ze ontstaan nadat een hete, zware ster zijn buitenste lagen heeft afgestoten of deze is kwijtgeraakt aan een begeleidende ster.
In mei 2017 waren astronomen getuige van een supernova-explosie die plaatsvond nabij het centrum van het relatief nabije spiraalstelsel NGC3938 (afstand 65 miljoen lichtjaar).
Door archiefgegevens van de Hubble-ruimtetelescoop te doorzoeken hebben ze opnamen uit 2007 ontdekt waarop de vermoedelijke voorganger van de supernova te zien is.
Het betrof een supernova van type Ic, een soort supernova dat ontstaat door de explosie van een ster die tientallen keren zoveel massa heeft als onze zon.
Omdat zulke sterren enorm helder zijn, zou je denken dat het niet moeilijk zou zijn om beelden van de voorgangers van deze explosies op te sporen.
Maar de meeste supernova’s van type Ic die zijn waargenomen speelden zich op te grote afstand af.
Een analyse van de voorganger van supernova 2017ein laat zien dat het object extreem heet is.
Maar wat was het eigenlijk? Er lijken twee mogelijkheden te zijn.
Volgens één scenario was het een enkelvoudige ster met 45 tot 55 keer zoveel massa als onze zon.
Een alternatief scenario geeft aan dat het ook een dubbelster kan zijn geweest, bestaande uit een ster van 60 tot 80 zonsmassa’s en een ster van ongeveer 48 zonsmassa’s.
In het laatste geval zou de zwaarste ster zijn buitenste lagen van waterstof en helium zijn kwijtgeraakt aan zijn nabije begeleider.
Het is dus nog steeds niet helemaal duidelijk hoe supernova-explosies van type Ic, verantwoordelijk voor ongeveer 20 procent van alle explosies van zware sterren, ontstaan.
Maar mogelijk komt daar binnenkort verandering in.
Over een jaar of twee zal het overblijfsel van supernova 2017ein voldoende ‘uitgegloeid’ zijn om te kijken wat er nu precies is achtergebleven.
Dat kan meer inzicht geven in de voorgeschiedenis van deze sterexplosie. (EE)