Ver sterrenstelsel bevat normale hoeveelheid donkere materie
Amerikaanse astronomen hebben vastgesteld dat een sterrenstelsel op 9 miljard lichtjaar van de aarde net zoveel donkere materie bevat als nabije stelsels.
Dat ondergraaft het recent geopperde idee dat sterrenstelsels in de begintijd van het heelal weinig of geen donkere materie bevatten en deze pas later hebben verzameld (Astrophysical Journal, 12 december).
Donkere materie is materie die geen licht uitstraalt, maar wel waarneembaar is doordat zij andere materie aantrekt.
Het bestaan ervan werd in de jaren 70 van de vorige eeuw voor het eerst opgemerkt in spiraalstelsels, waarvan de buitenste delen sneller bleken te roteren dan je op grond van hoeveelheid waarneembare materie ter plaatse zou verwachten.
Deze stelsels blijken ongeveer vijf keer zoveel donkere materie te bevatten dan normale materie.
Bij recente onderzoeken zijn echter sterrenstelsels op afstanden van rond de 10 miljard lichtjaar ontdekt die dit gedrag niet vertonen.
Dit zou erop wijzen dat deze stelsels veel minder donkere materie bevatten.
Om dit nader te onderzoeken hebben astronomen van de universiteit van Texas met de Keck-telescoop gekeken naar het sterrenstelsel DSFG850.95.
Dit stelsel is ten opzichte van de aarde zo gunstig georiënteerd, dat de rotatiesnelheden van de buitenste delen van het stelsel nauwkeurig in kaart konden worden gebracht.
Uit de meetgegevens blijkt dat DSFG850.95 de normale hoeveelheid donkere materie bevat.
De vraag is nu of dít een uitzonderlijk geval is of dat de eerder ontdekte verre stelsels met een ‘tekort’ aan donkere materie de buitenbeentjes zijn.
Verder onderzoek zal dat moeten uitwijzen. (EE)