De twee jaar geleden ontdekte planetoïde 2020 XL5 blijkt inderdaad, zoals al snel na zijn ontdekking werd vermoed, een Trojaan van de aarde te zijn en evenals de eerste Trojaan, 2010 TK7, een tijdelijke.
De planetoïde draait in dezelfde tijd rond de zon als de aarde, maar blijft ook steeds in de buurt van het Lagrangepunt L4, het evenwichtspunt in het systeem van de zon en de aarde dat 60° voor de aarde uit loopt.
De planetoïde werd op 12 december 2020 ontdekt op opnamen gemaakt op de Haleakala-sterrenwacht op Hawaii.
Uit latere waarnemingen en archiefopnamen bleek dat de planetoïde in 366 dagen om de zon draait en dat zijn baan zo elliptisch is dat zijn afstand tot de zon varieert van 0,6 tot 1,4 astronomische eenheden.
Het is een Apollo-planetoïde die net binnen de baan van Venus komt. Doordat zijn baan bijna 14° helt op het vlak van de aardbaan, bevindt hij zich periodiek boven en onder dit vlak.
Verscheidene astronomen hebben de veranderingen van de baan van 2020 XL5 bestudeerd, rekening houdend met onder andere de storende invloed van de maan, de planeten en de grootste planetoïden.
Een groep astronomen onder leiding van Man-To Hui (Macau University of Science and Technology) concludeert dat de Trojaan pas sinds de vijftiende eeuw zijn huidige Trojaan-status heeft en dat hij die waarschijnlijk na zo’n vier miljoen jaar weer zal verliezen.
Een andere groep, onder leiding van Toni Santana-Ros (Universiteit van Barcelona) komt ook uit op zo’n vier miljoen jaar. Het einde van de Trojaan-status wordt vooral veroorzaakt door Venus.
Momenteel kan deze planeet de Trojaan tot op vier miljoen kilometer naderen, maar die afstand wordt in de loop der tijd steeds kleiner doordat het baanvlak van de Trojaan langzaam draait.
Uiteindelijk zal hij door de zwaartekracht van Venus uit de greep van de aarde worden getrokken.
De tweede Trojaan heeft een diameter van ongeveer 1180 meter, bijna drie maal de geschatte diameter van de eerste Trojaan.
Vanwege zijn gunstiger baan is hij ook een betere kandidaat voor een mogelijk toekomstig bezoek door een ruimtesonde.
(GB/Nature Communications 13, art. 447 en Astrophysical Journal letters 922, L25) (Image Credit: (NASA/ JPL-SSD; bewerking: Mat Drummen)