Wetenschappers hebben de langste studie ooit afgerond waarbij de temperaturen in de hoge troposfeer van Jupiter – de laag van de atmosfeer waar het weer van de reuzenplaneet zich afspeelt en waar de bekende kleurrijke wolkenbanden ontstaan – worden gevolgd.
Het onderzoek, gebaseerd op gegevens van ruimtesondes van NASA en waarnemingen met telescopen op aarde, heeft onverwachte patronen aan het licht gebracht in de manier waarop de temperaturen van de wolkenbanden in de loop van de tijd veranderen (Nature Astronomy).
De troposfeer van Jupiter heeft veel gemeen met die van de aarde: het is de plek waar wolken en stormen ontstaan.
Om deze weersactiviteit te begrijpen, moeten wetenschappers bepaalde eigenschappen bestuderen, zoals wind, druk, vochtigheid en temperatuur.
Al sinds de missies van de Pioneer 10 en 11 in de jaren 70 weten zij dat de lichtere banden van Jupiter (de zogeheten zones) over het algemeen lagere temperaturen vertonen, terwijl de donkerdere bruinrode banden (de ‘gordels’) warmer zijn.
Onduidelijk was echter hoe deze temperaturen op de lange termijn variëren.
Het nieuwe onderzoek, onder leiding van Glenn Orton van NASA’s Jet Propulsion Laboratory, brengt daar verandering in.
Orton en zijn team hebben opnamen bestudeerd van de heldere infraroodgloed (onzichtbaar voor het menselijk oog) die afkomstig is van warmere delen van de atmosfeer.
Op die manier hebben ze de temperaturen boven de kleurrijke wolken gedurende drie Jupiterjaren (36 aardse jaren) rechtstreeks kunnen meten.
Uit het onderzoek blijkt dat het stijgen en dalen van de temperaturen op Jupiter regelmatige patronen vertoont die niet samenhangen met de seizoenen op de planeet of andere bekende cycli. Omdat Jupiter nauwelijks seizoenen kent, anders dan de draaias van de aarde staat die van Jupiter vrijwel rechtop, hadden de wetenschappers niet verwacht dat de temperaturen op Jupiter zo regelmatig zouden variëren.
De verzamelde gegevens laten ook een merkwaardig verband zien tussen de temperaturen van gebieden die duizenden kilometers uit elkaar liggen.
Als de temperaturen op bepaalde breedtegraden op het noordelijk halfrond stegen, bleken die op dezelfde breedtegraden op het zuidelijk halfrond juist te dalen.
Een vergelijkbaar verschijnsel speelt zich overigens ook in de aardatmosfeer af.
Hoe deze cyclische en ogenschijnlijk synchroon lopende veranderingen ontstaan is nog onduidelijk.
Een mogelijk aanknopingspunt is de ontdekking dat de temperaturen in de hoger gelegen stratosfeer bij de evenaar van Jupiter stijgen en dalen in een patroon dat tegengesteld is aan dat van de troposfeer.
Dit suggereert dat veranderingen in de stratosfeer veranderingen in de troposfeer veroorzaken en omgekeerd. (EE)
(Image Credit: ESO/L.N. Fletcher)