Image default

Tekort aan dubbelsterren rond zwarte gat in Melkwegcentrum

In het centrum van het Melkwegstelsel krioelt het van sterren die allemaal rond het superzware zwarte gat draaien dat zich daar bevindt. Onder die sterren bevinden zich ook dubbelsterren. Amerikaanse astronomen hebben nu gevonden dat zich vlak bij het zwarte gat relatief minder dubbelsterren bevinden dan op grotere afstanden. Dat blijkt uit metingen van het Galactic Center Orbits Initiative, een langjarig onderzoek
van de Universiteit van Californië in Los Angeles.
De sterren die zich het dichtst bij het zwarte gat bevinden zijn de zogeheten S-sterren, waarbij de ‘S’ staat voor Sagittarius A, de radiobron die met de positie van het zwarte gat samenvalt. Devin Chuen collega’s onderzochten alle S-sterren die zich (in de telescoop) in een gebiedje van 2 bij 3 boogseconden rond het zwarte gat bevinden. Dat komt op de afstand van het Melkwegcentrum, 27.000 lichtjaar, overeen met ruim 0,2 à 0,3 lichtjaar. In dit gebiedje werden ruim zestig sterren gevonden, waarvan er uiteindelijk 28 voor verder onderzoek in aanmerking kwamen. Van die sterren is hun radiële snelheid – langs de waarnemingsrichting – voldoende lang gemeten om te kunnen zoeken naar een mogelijk periodieke variatie die op de invloed van een begeleider zou kunnen wijzen. Ook werd het spectrum van deze sterren niet ‘verstoord’ door processen die niets met hun ruimtelijke snelheid te maken hadden, zoals krachtige sterrenwinden. Uiteindelijk werd bij geen enkele van deze 28 S-sterren een teken van een begeleider gevonden. Omdat het bij dit 28-tal om een strenge selectie ging, konden de astronomen hieruit langs statistische weg toch afleiden dat hooguit 47 procent van de sterren die het dichtst rond Sagittarius A draaien een begeleider heeft. Dat is een stuk minder dan de 70 procent van de sterren op grotere afstand van deze bron.
Dit resultaat bevestigt het scenario waarin het zwarte gat de componenten van een dubbelster via zijn aantrekkingskracht kan laten samenvloeien of juist uiteen trekken, waardoor er ofwel een nieuwe ster ontstaat of een component overblijft en de andere wegvliegt. (GB/Astrophysical Journal 948: 94)
(Image Credit:The Astrophysical Journal (2023). DOI: 10.3847/1538-4357/acc93e)

Ook interessant

Gesteenten die Chinese maanlander Chang’e-6 naar aarde bracht zijn verrassend ‘jong’

stipmedia

Hubble-telescoop ziet nasleep van botsing tussen Melkweg en klein buurstelsel

stipmedia

Staat de theorie over de vorming van sterrenstelsels op de helling?

stipmedia

Rode ‘monstersterrenstelsels’ ontdekt in het vroege heelal

stipmedia

Planetoïde Apophis loopt in 2029 mogelijk averij op bij scheervlucht langs de aarde

stipmedia

Verklaring gevonden voor vreemd gedrag van magnetosfeer Uranus in 1986

stipmedia