In het jaar 12.350 voor Christus woedde op de zon een storm die zo krachtig was dat de sporen ervan zijn terug te vinden in de ringen van bomen die toen groeiden. Deze storm – een reusachtige uitbarsting van energierijke deeltjes – vond plaats tijdens de laatste ijstijd en was niet alleen de oudste maar ook de krachtigste die tot nu toe is gevonden. In onze tijd zou deze storm in onze technologische en digitale samenleving een enorme ontwrichting kunnen veroorzaken. De sporen van deze superstorm zijn gevonden in boomringen van deels gefossiliseerde Schotse pijnbomen aan de oevers van de Drouzet, een rivier in de Franse Alpen. Daarin werd de concentratie van het radioactieve koolstofisotoop 14C gemeten dat door de aanstormende zonnedeeltjes in de hogere atmosfeer wordt geproduceerd. Deze koolstof heeft maanden tot jaren nodig om vanuit de hogere atmosfeer de biosfeer te bereiken. Dat laatste moet dan ook nog tijdens het groeiseizoen gebeuren, omdat de isotoop anders niet wordt opgenomen. De onderzoekers hebben een speciaal model ontwikkeld om het ontstaan, het transport en de depositie van deze koolstof te simuleren. Dit model is eerst getest met de data van de zonnestorm uit het jaar 775, de voorheen krachtigste ooit gemeten, en vervolgens gebruikt voor het dateren van de storm tijdens de ijstijd. Daaruit bleek dat het natuurlijke 14C gehalte in de boomringen in 12.350 v.Chr. begon te stijgen, twee jaar later een maximum bereikte en vervolgens weer langzaam afnam. De zonnestorm is mogelijk tussen januari en april van dat jaar opgestoken. Uit de flux van de zonnedeeltjes konden Kseniia Golubenco en collega’s afleiden dat deze zonnestorm iets krachtiger was dan die in het jaar 775. En daarmee tevens de krachtigste van het negental super-zonnestormen dat in de afgelopen 14 eeuwen is getraceerd. Zulke superuitbarstingen op de zon worden Miyake Events genoemd, naar de Japanse (vrouwelijke) geo- en astrofysicus Fusa Miyake die in 2012 de eerste (in het jaar 775) van deze extreme soort ontdekte. (GB/Earth and Planetary Science Letters 661: 119383) (Image credit: Cécile Miramont)
