Sterrenstelsels vervuilen hun eigen omgeving, zo hebben astronomen ontdekt.
Een team van Australische astronomen onder leiding van Alex Cameron en Deanne Fisher van het ARC Centre of Excellence for All Sky Astrophysics in 3 Dimensions (ASTRO 3D) heeft met behulp van een nieuw camerasysteem van de Keck-sterrenwacht op Hawaï namelijk kunnen bevestigen dat wat een sterrenstelsel in gaat een stuk schoner is dan wat eruit komt (Astrophysical Journal).
Sterrenstelsels trekken enorme wolken van gas uit hun omgeving aan, en gebruiken dat gas om nieuwe sterren te ‘maken’.
Dat binnenstromende gas bestaat vrijwel geheel uit waterstof en helium.
Met behulp van de Keck Cosmic Web Imager hebben de astronomen nu vastgesteld dat de de sterren die uit dit verse gas ontstaan, uiteindelijk enorme hoeveelheden gas terug de ruimte in blazen, voornamelijk door middel van supernova-explosies.
Dat uitgestoten gas is dan echter ‘vervuild’ met veel andere elementen, zoals zuurstof, koolstof en ijzer.
Voor hun bevindingen hebben de onderzoekers het ongeveer 500 miljoen lichtjaar verre sterrenstelsel Mrk 1486, waarin in hoog tempo nieuwe sterren ontstaan, onder de loep genomen.
Dat stelsel leende zich heel goed voor dit onderzoek, omdat we vanaf de aarde precies tegen de ‘zijkant’ ervan aankijken, waardoor het uitstromende gas gemakkelijk kan worden waargenomen.
De waarnemingen laten zien dat de instroom en uitstroom van gassen op een specifieke manier gebeurt.
Als je het sterrenstelsel als een ronddraaiende schijf voorstelt, komt het schone toestromende gas langs de rand binnen, waar het tot nieuwe sterren condenseert.
Wanneer deze sterren later ontploffen, blazen ze het ‘vervuilde’ gas via boven- en onderkant van de schijf naar buiten. (EE)
(Image Credit: James Josephides, Swinburne Astronomical Productions)