Van planetoïde Phaethon is al een tijdje bekend dat hij zich als een komeet gedraagt.
Hij wordt helderder en vormt een staart als hij in de buurt van de zon komt, en hij is de bron van de jaarlijkse Geminiden-meteorenregen, terwijl de meeste meteorenregens door kometen worden veroorzaakt.
Wetenschappers schreven dit komeetachtige gedrag toe aan stof dat uit de planetoïde ontsnapt wanneer deze sterk wordt opgewarmd door de zon.
Uit nieuw onderzoek, waarbij gegevens van verschillende ruimtemissies zijn gebruikt, blijkt echter dat de staart van Phaethon helemaal niet uit stof bestaat, maar uit natriumgas (Planetary Science Journal).
Planetoïden zijn rotsachtige objecten die bij nadering van de zon gewoonlijk geen staart vormen.
Kometen daarentegen zijn een mengsel van ijs en gesteente, en vormen wél staarten als de zon hun ijs verdampt. Daarbij laten ze een spoor van deeltjes achter, en wanneer de aarde zo’n deeltjesspoor doorkruist, verbranden die stukjes komeet in onze atmosfeer.
Het gevolg: een ‘regen’ van meteoren oftewel vallende sterren. Nadat astronomen Phaethon in 1983 hadden ontdekt, realiseerden zij zich dat de baan van deze planetoïde overeenkwam met die van de Geminidenzwerm.
Dat suggereerde dat Phaethon de bron van deze jaarlijks optredende meteorenregen is, ook als is hij een planetoïde en geen komeet.
In 2009 registreerden de twee NASA-ruimtesondes van het Solar Terrestrial Relations Observatory (STEREO) een korte staart op het moment dat Phaethon het dichtst bij de zon kwam.
En datzelfde was ook in 2012 en 2016 het geval.
Het verschijnen van de staart ondersteunde het idee dat er bij verhitting door de zon stof ontsnapte aan het oppervlak van de planetoïde.
Maar toen in 2018 NASA’s Parker Solar Probe een deel van het Geminidenspoor in beeld bracht, volgde een nieuwe verrassing: dat spoor bevatte veel meer materiaal dan Phaethon tijdens zijn nadering van de zon kon afstoten.
Een team onder leiding van promovendus Qicheng Zhang (Caltech) vroeg zich daarom af of het komeetachtige gedrag van Phaethon ook door iets anders kan worden veroorzaakt.
Kometen stoten bij dichte nadering van de zon namelijk vaak ook natriumgas uit.
Om deze mogelijkheid te onderzoeken, heeft Zhang in 2022 gebruik gemaakt van het Solar and Heliospheric Observatory (SOHO), een gezamenlijke missie van NASA en ESA die is uitgerust met kleurfilters waarmee onderscheid kan worden gemaakt tussen natrium en stof.
In de SOHO-waarnemingen was de staart van Phaethon goed te zien door het filter dat natrium detecteert, maar niet door het filter dat stof detecteert.
Bovendien kwam de vorm van de staart, en de manier waarop deze helderder werd toen Phaethon langs de zon scheerde, precies overeen met wat wetenschappers zouden verwachten als hij uit natrium bestaat in plaats van stof.
Alles wijst er dus op dat de staart van Phaethon uit natrium bestaat.
Maar dat is niet alles: Zhang en zijn collega’s vragen zich af of sommige van de vele dicht langs de zon scherende kometen die SOHO in de loop der jaren heeft ontdekt überhaupt wel kometen waren.
Ze denken dat dit ook best wel eens rotsachtige planetoïden kunnen zijn geweest.
Dan blijft er nog één belangrijke vraag over: als Phaethon niet veel stof uitstoot, waar komt dan het materiaal van de Geminiden vandaan?
Het team van Zhang vermoedt nu dat er een paar duizend jaar geleden een stuk van deze planetoïde is afgebrokkeld, waarvan de restanten stukje bij beetje door de aarde worden opgeveegd. (EE)
(Image Credit: NASA/JPL-Caltech/IPAC)