Afwijkingen in de verdeling van waterstof in de 92 kilometer grote inslagkrater Occator op Ceres, bevestigen dat de korst van deze dwergplaneet voor een groot deel uit ijs bestaat.
Dat blijkt uit een analyse van meetgegevens die in 2018 zijn verzameld door de (inmiddels uitgeschakelde) NASA-ruimtesonde Dawn, die sinds 2015 om Ceres cirkelt.
Aan de hand van de gegevens van de Gamma Ray and Neutron Detector (GRaND) aan boord van Dawn heeft een team onder leiding van het Tom Prettyman van het Planetary Science Institute een gedetailleerde kaart gemaakt van de concentraties waterstof in de omgeving van Occator.
De GRaND-data laten zien dat de bovenste meter van het oppervlak van de jonge krater een verhoogde waterstof-concentratie vertoont.
Volgens de onderzoekers maakt de gedetecteerde overmaat aan waterstof deel uit van water in bevroren vorm, wat het al bestaande vermoeden bevestigt dat de buitenste korst van Ceres voor een grotendeels uit ijs bestaat.
Dit ijs zou zich al sinds de vorming van de Occator-krater, ruwweg 20 miljoen jaar geleden, in de ondiepe bovenlaag hebben weten te handhaven.
Bij de inslag die Occator deed ontstaan, is korstmateriaal tot een diepte van ongeveer tien kilometer blootgelegd.
Het hoge waterstofgehalte in de bodem van de krater is dus in overeenstemming met het idee dat de hele korst van Ceres veel ijs bevat.
Onder deze korst bevindt zich waarschijnlijk een ‘oceaan’ van zeer zout water. (EE)
(Image Credit: NASA/JPL-Caltech/UCLA/MPS/DLR/IDA)