Planeten met een schuine rotatieas, zoals de aarde, zijn beter in staat om complex leven te ontwikkelen.
Tot deze conclusie komt een team van wetenschappers op basis van een model waarmee onderzocht kan worden welke omstandigheden bevorderlijk zijn voor de ‘leefbaarheid’ van een planeet.
De resultaten van dit door NASA bekostigde onderzoek worden gepresenteerd tijdens de virtuele Goldschmidt-conferentie voor geochemie (4 -9 juli).
Al sinds de ontdekking van de eerste exoplaneet (een planeet die om een andere ster dan de zon draait) in 1992 zoeken wetenschappers naar werelden waar leven mogelijk kan zijn. Aangenomen wordt dat om geschikt te zijn voor basaal leven een exoplaneet zich op precies de juiste afstand van zijn ster, in diens zogeheten leefbare zone, zodat er vloeibaar water op zijn oppervlak kan bestaan.
Voor meer geavanceerd leven zijn andere factoren van belang, met name de aanwezigheid van zuurstof in de atmosfeer.
Zuurstof speelt een cruciale rol bij de ademhaling, het chemische proces dat de stofwisseling van de meeste complexe levende wezens op onze planeet aandrijft.
Sommige basale levensvormen produceren zuurstof in kleine hoeveelheden, maar voor meer complexe levensvormen, zoals planten en dieren, is zuurstof van cruciaal belang.
Een onderzoeksteam onder leiding van planeetwetenschapper Stephanie Olson (Purdue University) heeft nu een geavanceerd model ontwikkeld voor de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de primitieve levensvormen op de jonge aarde zuurstof konden produceren.
In het model kunnen allerlei variabelen worden ingesteld, zoals de daglengte, de dikte van de atmosfeer en de verdeling van land en water.
De wetenschappers ontdekten dat een langere daglengte, een hogere luchtdruk en het ontstaan van de continenten stuk voor stuk kunnen hebben bijgedragen aan het verhogen van de zuurstofproductie.
Maar het meest verrassende resultaat was dat ook de stand van de rotatieas een heel belangrijke factor is.
Het model laat zien dat een gematigd schuine rotatieas de productie van zuurstof in de oceanen, en daarmee ook het ontstaan van complexere levensvormen, vergroot. (EE)
(Image Credit: NASA JPL)