Een internationaal onderzoeksteam, onder leiding van Fan Liu van de Monash-universiteit (Australië), heeft ontdekt dat sterparen die uit één en dezelfde moleculaire gaswolk zijn ontstaan vaak opmerkelijke verschillen in samenstelling vertonen. Volgens de wetenschappers zijn deze verschillen veroorzaakt doordat één van beide sterren een planeet of kleiner planetair materiaal heeft verslonden. De ontdekking is gebaseerd op spectroscopische gegevens die met de 6,5-meter Magellan-telescoop en de Europese Very Large Telescope (beide in Chili gestationeerd) en de 10-meter Keck-telescoop op Hawaï zijn verzameld (Nature). Het verschijnsel doet zich voor bij ongeveer acht procent van de 91 paren van ‘tweelingsterren’ die door het team zijn onderzocht. Wat deze studie zo fascinerend maakt, is dat de betreffende sterren in de bloei van hun leven zijn: het zijn zogeheten hoofdreekssterren, dus geen sterren die hun laatste levensfase hebben bereikt, zoals rode reuzen. Van deze laatste is bekend dat ze sterk opzwellen en daarbij een aantal van hun planeten kunnen opslokken. Het is nog onduidelijk of de onderzochte sterren complete planeten hebben verorberd of alleen los planetair puin. Liu en haar collega’s geven de voorkeur aan het eerste scenario, maar daar is geen concreet bewijs voor gevonden. Hoe dan ook kan de ontdekking verstrekkende gevolgen hebben voor het onderzoek van de langetermijnevolutie van planetenstelsels. (EE) (Image Credit: OPENVERSE)