De grote ruimtetelescopen Webb en Hubble hebben afgelopen dinsdag samen opnamen gemaakt van de opzettelijke inslag van NASA-ruimtesonde DART op het oppervlak van de kleine planetoïde Dimorphos.
Het was voor het eerst dat de beide ruimtetelescopen tegelijkertijd op hetzelfde object werden gericht.
Met de gezamenlijke waarnemingen van Webb en Hubble hopen wetenschappers meer te weten te komen over de aard van het oppervlak van Dimorphos en de hoeveelheid stof en gruis die bij de inslag werd weggeblazen.
De twee ruimtetelescopen hebben de gebeurtenis op verschillende golflengten vastgelegd – Webb in het infrarood en Hubble in zichtbaar licht.
Door de inslag over een breed golflengtegebied te observeren, kan de verdeling van de deeltjesgrootte in de opgestoven stofwolk worden gemeten en worden bepaald of er ook grote brokken gesteente de ruimte in zijn geslingerd.
Door deze informatie te combineren met waarnemingen die met telescopen op aarde zijn gedaan, kan worden vastgesteld hoe effectief zo’n geplande inslag is bij het uit koers brengen van een planetoïde.
Het waarnemen van de inslag met Webb was overigens een hele uitdaging, vanwege de snelheid waarmee Dimorphos zich langs de hemel verplaatst.
De ruimtetelescoop is niet erg geschikt voor het volgen van zulke snel bewegende objecten.
Uiteindelijk heeft Webb tien opnamen van de gebeurtenis kunnen maken, Hubble zelfs 45.
Ook de komende weken en maanden worden de beide ruimtetelescopen nog geregeld op de getroffen planetoïde gericht, onder meer om spectroscopische gegevens te verzamelen, die inzicht geven in diens chemische samenstelling. Hubble zal specifiek kijken naar de langzaam vervagende stofwolk rond Dimorphos. (EE)
(Image Credit: SCIENCE: NASA, ESA, CSA, Cristina Thomas (Northern Arizona University), Ian Wong (NASA-GSFC)
IMAGE PROCESSING: Joseph DePasquale (STScI)