De Europese astrometrische ruimtetelescoop Gaia heeft mogelijke maantjes ontdekt bij meer dan 350 planetoïden waarvan niet bekend was dat ze een begeleider hebben. Eerder had Gaia al planetoïden onderzocht waarvan bekend was dat ze manen hebben – zogeheten dubbelplanetoïden – en bevestigd dat de ‘sporen’ van deze maantjes terug te zien zijn in de uiterst nauwkeurige astrometrische data die de ruimtetelescoop verzamelt. De nieuwe ontdekkingen bewijzen dat Gaia ook zonder voorkennis maantjes bij planetoïden kan opsporen. ‘Dubbelplanetoïden zijn moeilijk te vinden, omdat ze doorgaans klein zijn en ver van ons af staan’, aldus Luana Liberato van de Sterrenwacht van de Côte d’Azur in Frankrijk, hoofdauteur van het nieuwe onderzoek. ‘Ondanks dat we verwachten dat iets minder dan een zesde van alle planetoïden een begeleider heeft, hebben we tot nu toe bij slechts vijfhonderd van de miljoen bekende planetoïden een maantje gevonden. Maar deze nieuwe ontdekking laat zien dat er nog veel planetoïde-maantjes op ontdekking wachten. Indien bevestigd, voegt de nieuwe ontdekking nog eens 352 dubbelplanetoïden aan het totaal toe – bijna een verdubbeling van het bekende aantal planetoïden met manen. Gaia heeft de posities en bewegingen van meer dan 150.000 planetoïden zo nauwkeurig bepaald dat wetenschappers deze konden gebruiken om de karakteristieke schommelbewegingen te herkennen die planetoïden vertonen wanneer ze een maantje als begeleider hebben. Daarnaast heeft Gaia ook gegevens verzameld over de chemische eigenschappen van planetoïden. (EE) (Image credit: ESA/Gaia/DPAC; CC BY-SA 3.0 IGO)