Wetenschappers van NASA-missie OSIRIS-REx hebben ontdekt dat de oppervlakken van planetoïden veel sneller regenereren dan het aardoppervlak.
Dat volgt uit een analyse van gebarsten rotsblokken op planetoïde Bennu, die van heel dichtbij door OSIRIS-REx zijn gefotografeerd.
Afgezien van aardverschuivingen en vulkaanuitbarstingen verlopen veranderingen op het aardoppervlak meestal geleidelijk.
Onder invloed van water, wind en temperatuurveranderingen breken rotsen maar heel langzaam af. Dat is bijvoorbeeld goed te zien bij de Grand Canyon, waar de Colorado-rivier al vijf tot zes miljoen jaar bezig is om de daar aanwezige rotslagen millimeter voor millimeter af te slijten.
Planetoïde Bennu heeft geen atmosfeer en al helemaal geen rivieren. Toch zijn ook de rotsblokken op zijn oppervlak onderhevig aan verwering.
Dat komt doordat de temperatuur overdag kan oplopen tot meer dan 100 graden Celsius en ’s nachts daalt tot bijna 23 graden onder nul.
Deze forse temperatuurveranderingen zorgen voor interne spanningen in het gesteente, waardoor er barsten ontstaan.
De wetenschappers van OSIRIS-REx hebben de rotsblokken op Bennu nauwkeurig onder de loep genomen.
Daarbij hebben ze ontdekt dat de barsten daarin overwegend noordwest-zuidoost georiënteerd zijn.
Dit wijst er sterk op dat ze zijn veroorzaakt door de zon. Als de barsten door aardverschuivingen of meteorietinslagen veroorzaakt zouden zijn, zouden ze in willekeurige richtingen moeten wijzen.
Met behulp van een computermodel hebben de onderzoekers berekend hoe lang het duurt voordat de thermische breuken zich zover hebben voortgeplant, dat de rotsblokken in stukken uiteenvallen.
Dat blijkt 10.000 tot 100.000 jaar te zijn. Tienduizenden jaren klinkt misschien vrij lang, maar vooraf hadden de wetenschappers ingeschat dat de regeneratie van de oppervlakken van planetoïden als deze misschien wel een paar miljoen jaar zou duren. (EE)
(Image Credit: NASA/Goddard/University of Arizona)