Nieuw onderzoek wijst uit dat de Europese ruimtesonde Rosetta toch getuige is van het ontstaan van een boogschok bij de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko.
In de periode dat Rosetta om deze komeet cirkelde (2014-2016) blijkt zij enkele malen door de boogschok heen te zijn gevlogen, zowel vóór als ná het moment dat de komeet zijn kleinste afstand tot de zon had bereikt.
Zo’n boog- of boegschok ontstaat wanneer de zonnewind, de aanhoudende stroom van geladen deeltjes die de zon uitzendt, onderweg een obstakel tegenkomt in de vorm van een planeet of een kleiner object.
Er ontstaat dan een golf in de zonnewind die enigszins vergelijkbaar is met de boeggolf van een schip.
Zulke boogschokken zijn al bij tal van kometen waargenomen, maar nog nooit was het ontstaan ervan geregistreerd.
Ook Rosetta leek aanvankelijk geen tekenen van een boogschok te hebben ontdekt.
Nu is het verschijnsel echter alsnog in de data opgespoord.
Aanvankelijk werd het verschijnsel op relatief grote afstand van de komeet verwacht, een kilometer of 1500.
Maar nu blijkt Rosetta een beginnende boogschok te hebben waargenomen op een afstand van slechts enkele tientallen kilometers.
Hierdoor was deze compleet over het hoofd gezien.
Vermoed wordt dat deze boogschok-in-wording zich uiteindelijk heeft ontwikkeld tot een volwaardige boogschok.
Dat zou dan echter zijn gebeurd toen ’67P’ de zon dichter was genaderd en Rosetta zich inmiddels te dicht bij de komeet bevond. (EE)