Onderzoekers van Michigan State University (MSU) zijn meer te weten gekomen over het gedrag van Sagittarius A* (Sgr A*), het superzware zwarte gat in het centrum van ons Melkwegstelsel. Ze ontdekten negen nog niet eerder opgemerkte ‘flares’ van Sgr A* – uitbarstingen van röntgenstraling – en analyseerden de röntgenecho’s van een moleculaire wolk in de buurt van het zwarte gat, om zo meer dan tweehonderd jaar in diens verleden te kunnen kijken. Hun bevindingen zijn gepresenteerd tijdens de 244e bijeenkomst van de American Astronomical Society die deze week in Madison, Wisconsin wordt gehouden. Zwarte gaten laten zich erg moeilijk bestuderen, deels omdat zelfs licht niet aan hun immense zwaartekracht kan ontsnappen. Onderzoekers leiden hun eigenschappen meestal af door hun zwaartekrachtsinvloed op nabije sterren, lichtemissies van omringende gaswolken en andere verschijnselen te observeren. Een van de technieken die daarbij worden gebruikt lijkt op het luisteren naar echo’s – in dit geval de röntgenecho’s van een grote wolk van moleculair gas in de nabijheid van Sgr A* die bekendstaat als ‘de Brug’. Anders dan sterren genereren zulke wolken van interstellair gas en stof van zichzelf geen röntgenstraling. Dus toen röntgentelescopen in de ruimte fotonen van de Brug begonnen op te vangen, ontstond al snel het vermoeden dat dit de vertraagde weerkaatsing van een röntgenuitbarsting van Sgr A* was. Uit gegevens van de röntgensatellieten NuSTAR (NASA) en XMM-Newton (ESA) blijkt dat het röntgensignaal van de Brug omstreeks 2008 helderder begon te worden, en in de twaalf jaar daarna alleen maar in intensiteit toenam, om in 2020 een piek te bereiken. Door het verloop van deze röntgenecho te analyseren, hebben de MSU-onderzoekers een reconstructie kunnen maken van de vroegere activiteit van Sgr A*. Hun berekeningen laten zien dat Sgr A* ongeveer tweehonderd jaar geleden vijf orden van grootte – een factor honderdduizend – helderder was in röntgenlicht dan nu. Overigens is nog onduidelijk wat de oorzaak van de röntgenuitbarstingen is. (EE) (Image credit: NuSTAR/NASA)