Image default

Rond kleine dwergsterren cirkelen maar zelden Jupiter-achtige planeten

Astronomen hebben vastgesteld dat om de kleinste en meest voorkomende soort sterren in het heelal, de zogeheten rode dwergen, maar heel zelden Jupiter-achtige sterren cirkelen. Het ontbreken van reuzenplaneten kan grote gevolgen hebben voor de ontwikkeling van aarde-achtige planeten rond rode dwergen.
Om een schatting te kunnen maken van de aantallen Jupiter-achtige planeten, heeft een team onder leiding van Emily Pass van het Center for Astrophysics | Harvard & Smithsonian (CfA) een steekproef van tweehonderd rode dwergen met elk slechts tien tot dertig procent van de massa van de zon onderzocht.
Deze kleine sterren zijn de kosmische norm: ze zijn veel talrijker dan sterren ter grootte van onze zon.
Bij hun onderzoek vertrouwden de astronomen op de radiële-snelheidsmethode.
Als er een zware planeet om een ster cirkelt, zorgt dat ervoor dat de ster een beetje gaat ‘wiebelen’ – een effect dat waarneembaar is in het licht van de ster. In hun hele steekproef hebben de onderzoekers echter geen enkele planeet van het kaliber Jupiter aangetroffen.
Daaruit leiden ze af dat om minder dan twee procent van de rode dwergsterren een Jupiter-achtige planeet cirkelt.
Deze conclusie staat in schril contrast met vergelijkbare onderzoeken van middelgrote sterren zoals onze zon, waarbij vaak wel zware planeten te vinden zijn.
De enorme massa van deze werelden – Jupiter alleen al bevat meer massa dan alle andere planeten van ons zonnestelsel bij elkaar – vertaalt zich in een enorme zwaartekracht, en een enorme zwaartekracht vertaalt zich weer in een verreikende invloed op de omgeving.
Een belangrijk voorbeeld hiervan is de migratie van Jupiter in de eerste paar honderd miljoen jaar van het bestaan van ons zonnestelsel. Na zijn ontstaan in het verre buitengebied van het zonnestelsel is Jupiter, samen met de overige buitenplaneten, dichter naar de zon toe gemigreerd. Daarbij heeft zijn sterke zwaartekracht ervoor gezorgd dat grote aantallen ijsrijke kometen op ramkoers kwamen met de vier rotsachtige planeten in het hart van het zonnestelsel. Een groot aantal van deze ijzige hemellichamen kwam in botsing met de jonge aarde en leverde daar grote hoeveelheden water en mogelijk ook organische moleculen af. Uiteindelijk werden deze moleculen complexer en begonnen ze zichzelf te vermenigvuldigen, waardoor ze evolueerden tot wat wij leven noemen.
Zonder Jupiter waren deze omstandigheden misschien niet tot stand gekomen en zou er mogelijk nooit leven zijn geweest op onze planeet. Dat betekent overigens niet dat de omstandigheden in planetenstelsels rond kleine dwergsterren per definitie ongeschikt zijn voor het ontstaan van leven.
De afwezigheid van Jupiter-achtige reuzenplaneten betekent immers dat er meer grondstoffen beschikbaar zijn voor de vorming van rotsachtige planeten.
Andere onderzoeken wijzen er inderdaad op dat de rotsachtige werelden die om rode dwergsterren cirkelen in verhouding groter en ook talrijker zijn dan die rond zonachtige sterren.
En meer planeten betekent: meer plekken waar zich leven kan ontwikkelen. (EE)
(Image Credit: Melissa Weiss, CfA)

Ook interessant

Europese duo-satelliet Proba-3 zal twee jaar lang de energieproductie van de zon meten

stipmedia

‘Dansende’ elektronen waargenomen in gloed van botsende neutronensterren

stipmedia

Model laat zien hoe er water kon stromen op ijzige planeet Mars

stipmedia

stronomen ontdekken extreem gulzig zwart gat

stipmedia

Egale ‘puinschijf’ rond ster Wega herbergt geen grote planeten

stipmedia

Snel rondtollende ster ontdekt

stipmedia