Als een ster zoals de zon aan het einde van zijn leven uitdijt tot een rode reus, slokt hij de planeten op die te dichtbij staan. Tot nu toe werd het ontbreken van zulke planeten dicht bij sterren die dit rodereuzenstadium zijn gepasseerd daarom gezien als een bevestiging van dit scenario. Maar nu hebben astronomen een planeet ontdekt die dit lot blijkbaar toch bespaard is gebleven. Het gaat om een planeet bij ster nummer 8 in het sterrenbeeld Kleine Beer (8 UMi). Hij werd in 2015 ontdekt op de Bohyunsan-sterrenwacht in Zuid-Korea, is minstens anderhalf maal zo zwaar als Jupiter en draait op een afstand van een halve astronomische eenheid (75 miljoen kilometer) rond zijn ster. De ster blijkt een inmiddels weer wat gekrompen rode reus te zijn die zijn energie ontleent aan de omzetting van helium in koolstof in zijn compacte kern. Uit de massa van de ster, anderhalf maal die van de zon, hebben Marc Hon en collega’s afgeleid dat hij in het verleden tot een straal van 0,7 AE moet zijn uitgedijd.
Een planeet binnen die afstand zou dan al binnen zo’n honderd tot tienduizend jaar in de ster moeten zijn verdwenen.
Misschien stond de planeet vóór het rode reuzenstadium veel verder weg en kwam hij pas later in zijn huidige baan. Maar dat scenario is hier vanwege de cirkelvormige baan van de planeet hoogst onwaarschijnlijk.
De astronomen suggereren dat de planeet misschien eerst om een nauwe dubbelster draaide waarvan de ene component wat zwaarder was dan de andere. Hierdoor zwollen ze na elkaar tot reuzenster op – zware sterren leven korter en bereiken daardoor eerder het rodereuzenstadium – wisselden tussentijds materie uit, om uiteindelijk met elkaar te versmelten tot de huidige ster. Geen van beide kon daardoor opzwellen tot aan de baan van de planeet. Een andere suggestie is dat de planeet is ontstaan uit een schijf van materiaal rond het versmolten paar. Hoe het ook zij, volgens de astronomen laat 8 UMi zien dat er misschien veel meer planeten aan opslokking kunnen ontkomen dan tot nu toe werd gedacht. (GB/Nature 618, blz. 917)