Astronomen hebben een grondige forensische studie gemaakt van een ster die uit elkaar werd gereten toen hij zich te dicht bij een reusachtig zwart gat waagde.
De röntgensatellieten Chandra (NASA) en XMM-Newton (ESA) hebben de hoeveelheid stikstof en koolstof in de buurt het zwarte gat onderzocht.
Aangenomen wordt dat deze elementen in de ster zijn ontstaan voordat deze aan flarden werd getrokken (Astrophysical Journal Letters).
Astronomen hebben de afgelopen jaren tal van voorbeelden ontdekt van zulke ‘tidal disruption events’ oftewel TDE’s.
Bij zo’n gebeurtenis wordt een ster letterlijk gesloopt door de zwaartekracht van een zwaar zwart gat.
De door het zwarte gat aangetrokken stermaterie wordt daarbij dermate heet, dat zij een bron van zichtbaar licht, uv-straling en röntgenstraling wordt.
De nu onderzochte TDE, met de aanduiding ASASSN-14li, speelde zich af in november 2014 en was op het moment van de ontdekking de dichtstbijzijnde TDE in jaren.
Door zijn betrekkelijk ‘geringe’ afstand van 290 miljoen lichtjaar heeft de gebeurtenis veel informatie opgeleverd over de verwoeste ster.
De relatieve hoeveelheden stikstof en koolstof die astronomen hebben ontdekt, wijzen erop dat het materiaal afkomstig is uit het inwendige van een ster die ongeveer drie keer zo zwaar was als de zon.
Daarmee is de ster die centraal stond in ASASSN-14li een van de zwaarste, en misschien wel de allerzwaarste, die astronomen gesloopt hebben zien worden door een zwart gat. Tot aan de nu gepubliceerde onderzoeksresultaten was het nog denkbaar dat de elementen die op röntgengolflengten werden waargenomen afkomstig waren van gas dat vrijkwam bij eerdere uitbarstingen van het superzware zwarte gat.
Maar het lijkt er nu toch echt op dat ze afkomstig zijn van één enkele ster. (EE)
(Image Credit: NASA/CXC/Univ of Michigan/J. Miller et al.; Illustration: NASA/CXC/M.Weiss)