Bij internationaal onderzoek onder leiding van het Italiaanse Nationale Instituut voor Astrofysica (INAF) is zwakke persistente radio-emissie gemeten van een fast radio burst (snelle radioflits). De waarnemingen geven een indicatie van het soort objecten dat de radioflitsen aandrijft (Nature). Snelle radioflitsen zijn explosieve verschijnselen waarbij een enorme hoeveelheid energie vrijkomt. Ze werden pas iets meer dan tien jaar geleden ontdekt en in de meeste gevallen ligt hun oorsprong ver buiten ons Melkwegstelsel. Hoe ze ontstaan is nog steeds niet helemaal duidelijk. In sommige gevallen gaat zo’n snelle radioflits gepaard met de emissie van onder meer radiostraling – zo ook bij FRB20201124A, een snelle radioflits die in 2020 werd geregistreerd en waarvan de bron ongeveer 1,3 miljard lichtjaar van ons is verwijderd. Het onderzoeksteam heeft dit object onder de loep genomen met de meeste gevoelige radiotelescoop ter wereld: de Very Large Array in de VS. Met de daarmee verzamelde gegevens hebben de astronomen kunnen bevestigen dat een plasmabubbel aan de oorsprong ligt van de persistente radiostraling van snelle radioflitsen. Een plasmabubbel is een bel van geïoniseerd gas die de centrale ‘motor’ van de radioflits omgeeft. Het onderzoek geeft tevens inzicht in de aard van de motor die de mysterieuze radioflitsen aandrijft. De nieuwe gegevens wijzen erop dat het verschijnsel is gebaseerd op een magnetar (een sterk gemagnetiseerde neutronenster) of een röntgendubbelster bestaande uit een neutronenster of een zwart gat die in hoog tempo materie van een begeleidende ster opslokt. De deeltjeswind van de magnetar of röntgendubbelster zou de bron zijn van de plasmabubbel die de veroorzaker van de persistente radio-emissie is. Er bestaat dus een directe relatie tussen de motor van een snelle radioflits en het hem omringende plasma. (EE) (Image credit: NSF/AUI/NRAO/S. Dagnello)