Uit een nieuwe analyse blijkt dat NASA-ruimtesonde OSIRIS-REx bijna in de bodem van planetoïde Bennu is weggezakt, toen zij in oktober 2020 naar het oppervlak van het kleine hemellichaam was afgedaald om een bodemmonster te nemen. Als de ruimtesonde vooraf niet was geprogrammeerd om na een paar seconden weer op te stijgen, zou zij door de planetoïde zijn ‘opgeslokt’ (Science/Science Advances).
Bennu is een slechts 490 meter grote planetoïde die de baan van de aarde dicht kan naderen. Hij wordt tot de ‘potentieel gevaarlijke’ planetoïden gerekend, al is de kans dat het binnen afzienbare tijd tot een botsing komt gering.
Anders dan veel andere planetoïden zit Bennu heel los in elkaar. Het is in feite een opeenhoping van gruis en brokken gesteente.
En dat zie je duidelijk terug in de gegevens die OSIRIS-REx heeft verzameld. Tijdens haar landing blies de ruimtesonde een korte stoot gas uit, met als doel om oppervlaktemateriaal te laten opstuiven en een paar ons daarvan op te vangen.
De actie slaagde, maar werd de ruimtesonde bijna fataal. Bij de stoot gas blijkt achteraf namelijk maar liefst zes ton aan stof en gesteente te zijn opgestoven.
Daarvan kwam zoveel in het daarvoor bestemde opvangbakje terecht, dat dit aanvankelijk niet meer dicht kon.
Dat lukte pas nadat, door voorzichtig te schudden, een deel van de ‘oogst’ weer was geloosd. Inmiddels is OSIRIS-REx terug op weg naar de aarde.
Als alles goed gaat zal zij op 24 september 2023 een capsule met ongeveer 250 gram stof en gruis van Bennu boven de Amerikaanse staat Utah droppen, zodat wetenschappers de eigenschappen ervan kunnen onderzoeken. (EE)
(Image Credit: NASA/Goddard/University of Arizona)