Nieuw onderzoek laat zien dat het ijsvulkanisme op de dwergplaneet Ceres regelmatig opleeft
Maar de gevolgen ervan blijven beperkt en vallen na verloop van tijd nauwelijks meer op (Nature Astronomy, 17 september).
IJsvulkanen braken geen gesmolten gesteente uit, zoals de vulkanen op aarde, maar vloeibare en gasvormige verbindingen zoals water, ammoniak of methaan.
In het geval van Ceres gaat het waarschijnlijk om water dat rijk is aan zouten.
Eenmaal aan de oppervlakte gekomen bevriest dit mengsel. De bekendste ijsvulkaan op Ceres is de ongeveer vier kilometer hoge Ahuna Mons.
Het nieuwe onderzoek laat echter zien dat de dwergplaneet nog zeker enkele tientallen andere ijsvulkanen kent.
Deze zijn echter niet meer zo gemakkelijk herkenbaar, doordat ze in de loop van de honderden miljoenen jaren geleidelijk zijn ingezakt.
Door de vormen van de ijsvulkanen te vergelijken met de uitkomsten van modelberekeningen, hebben Amerikaanse wetenschappers schattingen kunnen maken van hun leeftijden.
Daaruit wordt de conclusie getrokken dat zo eens in de 50 miljoen jaar een nieuwe ijsvulkaan ontstaat. Ceres is dus allesbehalve een geologisch ’dode’ wereld, waar – afgezien van inslagen – niets gebeurt. (EE)