Het oppervlak van Ariël, een van de twee grootste ijsmanen van Uranus, wordt doorkruist door canyons die chasma’s worden genoemd. Ze zijn honderden kilometers lang, 15 tot 50 kilometer breed en in sommige loopt in het midden een ‘groef’ of trog van zo’n een kilometer breed. Amerikaanse onderzoekers denken dat deze troggen zijn ontstaan door een proces dat vergelijkbaar is met dat van de spreidingscentra in oceaanbodems op aarde. De troggen behoren tot de jongste structuren op Ariël en werden daarom al snel in verband gebracht met vulkanische activiteit. Hoe die had plaatsgevonden bleef echter onduidelijk. Onderzoekers van de Johns Hopkins Universiteit in Laurel, VS, lijken dit nu te hebben opgehelderd met behulp van opnamen van de Voyager 2-ruimtesonde en geologische kaarten van Ariël. Van de verschillende bestudeerde vulkanische processen heeft dat van de spreidingscentra de beste papieren. Materiaal uit het inwendige van Ariël drong via een breuk naar buiten, kroop zijwaarts weg, stolde en vormde zo nieuwe korst. Belangrijke aanwijzingen daarvoor zijn de waarneming dat de bodem van een canyon soms een regelmatig patroon van lengteribbels (opeenvolgende erupties) vertoont en dat twee wanden van een canyon soms als puzzelstukjes aan elkaar passen. De oorzaak van dit koude vulkanisme zou een tijdelijke baanresonantie met een andere maan zijn geweest. Als de omlooptijden van de twee manen een eenvoudige verhouding met elkaar vormen, trekken ze elkaar periodiek sterker aan. Hun inwendige wordt dan gekneed en warmer, waardoor lichter materiaal opstijgt. Dit cryovulkanisme zou ook de aanwezigheid van koolmonoxide, kooldioxide en andere vluchtige verbindingen aan het oppervlak van Ariël kunnen verklaren. Deze verbindingen zijn bij de maximale temperaturen van 80 tot 90 graden Kelvin onstabiel en verdwijnen door sublimatie. Cryovulkanisme zou dat kunnen compenseren. Voyager 2 kon de troggen slechts in twee chasma’s onderscheiden, maar Chloe Beddingfield en collega’s denken dat ze zich op detailrijker opnamen ook in de andere canyons zullen vertonen. Opnamen met een toekomstige Uranus Orbiter and Probe (UOP) zouden ze aan het licht kunnen brengen. (GB/Planetary Science Journal 6: 32) (Image credit: (NASA/JPL Caltech)
