Een internationaal team van astronomen, onder wie de Nederlandse onderzoekers Ivo Labbé (Swinburne University, Australië) en Pieter van Dokkum (Yale University, VS), heeft zes sterrenstelsels in het vroege heelal ontdekt die onverwacht veel massa hebben. De verre stelsels zetten ons huidige begrip over de vorming van sterrenstelsels op zijn kop (Nature). De sterrenstelsels zijn ontdekt in de eerste dataset van de Webb-ruimtetelescoop. Ze zien eruit als stelsels die net zo volgroeid zijn als ons eigen Melkwegstelsel, maar die al bestonden toen het heelal nog maar drie procent van zijn huidige leeftijd had (zo’n 500-700 miljoen jaar geleden na de oerknal). Webb is uitgerust met infrarood-instrumenten die het licht kunnen detecteren dat door de oudste sterren en sterrenstelsels werd uitgezonden. In wezen stelt de telescoop wetenschappers in staat om ongeveer 13,5 miljard jaar terug in de tijd te kijken. Hoewel de beelden suggereren dat wat de astronomen hebben ontdekt waarschijnlijk sterrenstelsels zijn, is het denkbaar dat een paar van deze objecten in stof gehulde superzware zwarte gaten blijken te zijn. Maar hoe dan ook: de hoeveelheid massa die zij hebben ontdekt, betekent dat de bekende massa aan sterren in deze vroege periode van ons heelal tot wel honderd keer groter was dan voor mogelijk werd gehouden. Om zo’n grote hoeveelheid massa te kunnen verklaren, zouden ofwel de bestaande kosmologische modellen moeten worden gewijzigd, ofwel de wetenschappelijke kennis over de vorming van sterrenstelsels in het vroege heelal – dat sterrenstelsels zijn begonnen als kleine wolken van sterren en stof die in de loop der tijd geleidelijk groter werden – moeten worden herzien. Beide scenario’s vereisen een fundamentele verschuiving in ons begrip van het ontstaan van het heelal. Om de bevindingen van het team te bevestigen, moeten spectra van de massieve sterrenstelsels worden genomen. Dat levert informatie op over hun werkelijke afstanden en over hun chemische samenstelling. De astronomen kunnen deze gegevens vervolgens gebruiken om een duidelijker beeld te vormen van hoe de sterrenstelsels eruit zagen, en hoe massarijk ze werkelijk waren. (EE)
(Image Credit: NASA, ESA, CSA, I. Labbe (Swinburne University of Technology). Image processing: G. Brammer (Niels Bohr Institute’s Cosmic Dawn Center at the University of Copenhagen)