Europese astronomen hebben voor het eerst een concentratie van sterrenstelsels gevonden op een afstand die correspondeert met de eerste miljard jaar na de oerknal.
De stelsels bevinden zich nabij een superzwaar zwart gat met een massa van ruim een miljard zonsmassa.
Dat bevindt zich op zijn beurt in een quasar, een sterrenstelsel waarvan alleen de kern is te zien. die dateert uit de tijd dat het heelal nog maar 900 miljoen jaar oud was.
De quasar, met het catalogusnummer SDS J1030+0524, is één van de ongeveer 300 quasars die binnen deze periode na de oerknal zijn gevonden.
In de afgelopen jaren werden in de omgeving van deze quasar al tekenen van een concentratie van sterrenstelsels gevonden, maar daarvan konden nog niet nauwkeurig de afstanden worden bepaald.
Daardoor was niet duidelijk of ze echt in de buurt van de quasar stonden of voor- of achtergrondobjecten waren.
Dat is nu spectroscopisch bevestigd met behulp van twee van de grootste optische telescopen ter wereld, te weten de Keck II-telescoop op Hawaii en Very Large Telescope in Chili.
Daarmee is de kosmologische roodverschuiving en dus afstand van de sterrenstelsels gemeten en die bleken alle vrijwel even groot als die van de quasar.
De stelsels bevinden zich op afstanden rond de 15 miljoen lichtjaar rond de quasar en daarmee is de sterrenstelseldichtheid in dit gebied minstens twee maal zo groot als verder weg van de quasar.
De zes sterrenstelsels behoren tot de zwakste die tot nu toe zijn waargenomen.
Marco Mignoli en collega’s denken dat ze deel uitmaken van een web-achtige structuur van materiestromen rond het zwarte gat.
Die stromen zouden zijn ontstaan in een gebied van donkere materie die heel veel ‘gewone’ materie wist aan te trekken.
Waar deze gemengde stromen elkaar kruisten zouden de sterrenstelsels zijn ontstaan en uiteindelijk ook het zwarte gat.
De kernen van zulke early large-scale structures zouden daarna kunnen uitgroeien tot clusters van sterrenstelsels.
Over de vraag hoe zwarte gaten in zulke structuren al binnen 900 miljoen jaar hun enorme massa kunnen krijgen is het laatste woord echter nog niet gezegd.
(GB/Astronomy & Astrophysics 642, L1)
(Image credit: L. Calçada / ESO)