Astronomen hebben een model over hoe botsende clusters van sterrenstelsels de verschillende stadia van hun botsing doorlopen, waarbij ze steeds een nieuwe vorm aannemen.
Een stompe vorm verandert in een scherpe kegel, die weer transformeert tot de vorm van een tong.
Die eerste en die laatste zijn al vele malen waargenomen, maar de scherpe kegel ontbrak nog, tot nu toe dan (Astronomy & Astrophysics).
De meeste sterrenstelsels maken deel uit van clusters: groepen van honderden of zelfs duizenden sterrenstelsels.
Tussen hen in zit veel ruimte, gevuld met een heet gas dat we het intraclustermedium (ICM) noemen.
Sterrenstelsels kun je in zichtbaar licht zien, bijvoorbeeld met de Hubble-ruimtetelescoop, maar het ICM is alleen waarneembaar met röntgentelescopen, omdat het buitengewoon honderden miljoenen graden heet is.
Met slechts één deeltje per liter is het extreem ijl, maar omdat het zoveel ruimte inneemt, draagt het nog steeds tienmaal meer massa bij aan een cluster dan zijn sterrenstelsels.
De onmetelijkheid van de ruimte binnen een cluster wordt ook duidelijk tijdens een botsing met een naburige cluster: sterrenstelsels passeren elkaar ongehinderd, terwijl het ICM daadwerkelijk botst. Astronomen hebben al tal van zulke botsingen waargenomen, die vertonen echter allemaal ofwel de contouren van een stompe vorm, zoals de beroemde Kogelcluster, ofwel die van een uitgestoken tong, zoals Abell 168.
Maar nu heeft een team van astronomen, onder leiding van Xiaoyuan Zhang (SRON/Leidse Sterrewacht), eindelijk het ontbrekende puzzelstukje gevonden.
Door de röntgensatelliet Chandra 55 uur op de cluster ZwCl 2341+0000 te richten, hebben ze de scherpe-kegelfase van deze kosmische botsing kunnen registreren.
De waarnemingen van ZwCl 2341+0000 geven een inkijkje in hoe de Kogelcluster er over enkele honderden miljoenen jaren zal uitzien. (EE)
(Image Credit: X. Zhang et al/SRON