Astronomen die het ‘nabije’ heelal verkennen met behulp van de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) hebben een groot onderzoek naar de ‘brandstofvoorraden’ in clusters van sterrenstelsels afgerond.
Daarbij hebben ze duidelijke aanwijzingen gevonden dat de extreme omstandigheden in zo’n cluster funest kunnen zijn voor de ontwikkeling van een sterrenstelsel.
Bij het onderzoek, de Virgo Environment Traced in Carbon Monoxide Survey (VERTICO), is specifiek gekeken naar de relatief nabije Virgo-cluster (afstand 54 miljoen lichtjaar), die duizenden sterrenstelsels telt.
Zijn grote omvang en nabijheid maken de cluster tot een gemakkelijk onderzoeksobject, maar hij is ook om andere redenen interessant: hij bevat een relatief grote populatie van sterrenstelsels die nog steeds bezig zijn om nieuwe sterren te vormen.
Veel andere clusters in het heelal hebben nog maar zo weinig gas, dat de stervorming bijna is stilgevallen.
In het kader van het VERTICO-project zijn de gasvoorraden van 51 sterrenstelsels in de Virgo-cluster nauwkeurig waargenomen.
Uit de waarnemingen blijkt dat de omstandigheden in de cluster zo extreem en onherbergzaam zijn dat de stervorming in sommige stelsels wordt geremd, een proces dat ‘galaxy quenching’ wordt genoemd.
De belangrijkste oorzaak ligt bij het ijle, miljoenen graden hete gas dat de ruimte tussen de sterrenstelsels van de Virgo-clusters vult.
Sterrenstelsels die met hoge snelheden door het hete gas in de cluster bewegen, ondervinden daarbij zoveel ‘tegenwind’ dat ze grote hoeveelheden koud moleculair gas, de ‘brandstof’ voor de vorming van nieuwe sterren, verliezen.
Het nieuwe onderzoek bevestigt het al bestaande vermoeden dat dit mechanisme een van de belangrijkste oorzaken is voor het stilvallen van de stervorming in sterrenstelsels.
De onderzoeksresultaten worden binnenkort gepubliceerd in The Astrophysical Journal Supplement Series. (EE)
(Image Credit: ESO/P. Horálek)