Nieuw onderzoek door een internationaal team van astrofysici, onder leiding van Nuria Jordana-Mitjans van de Universiteit van Bath (VK), wijst erop dat niet alle korte gammaflitsen hun energie ontlenen aan een pas gevormd zwart gat.
In sommige gevallen fungeert een zware neutronenster als ‘motor’ (The Astrophysical Journal).
Gammaflitsen zijn uitbarstingen van energierijke straling uit de ruimte, die door om de aarde draaiende satellieten worden geregistreerd.
Sommige duren slechts enkele milliseconden, andere minuten.
De ‘flitsen’ zijn afkomstig van objecten in verre sterrenstelsels op miljarden lichtjaren van de aarde.
Van korte gammaflitsen is bekend dat ze ontstaan wanneer twee om elkaar wentelende neutronensterren met elkaar in botsing komen.
Neutronensterren zijn slechts enkele tientallen kilometers groot, maar hebben net zoveel massa als onze zon.
Wat er precies overblijft na zo’n botsing is al lang een punt van discussie.
Astronomen twijfelen tussen twee theorieën.
Volgens de ene theorie fuseren de neutronensterren tot één extreem zware neutronenster, die vervolgens binnen een fractie van een seconde ineenstort tot een zwart gat.
Volgens de andere theorie smelten de neutronensterren samen tot een minder zware neutronenster met een langere levensduur.
Tot nu toe steunden de meeste astronomen de eerste theorie, en waren ze het erover eens dat om een gammaflits te produceren, de zware neutronenster vrijwel onmiddellijk moet instorten.
Of dat inderdaad zo is, kun je afleiden uit de eigenschappen van de elektromagnetische straling die bij zo’n korte gammaflits vrijkomt: het ‘signaal’ van een zwart gat is anders dan dat van een achtergebleven neutronenster.
Het onderzoek van Jordana-Mitjans en collega’s laat zien dat het gedrag van een specifieke korte gammaflits die in 2018 is geregistreerd (GRB 180618A) overeenkomt met de vorming van een een neutronenster in plaats van een zwart gat.
De astronomen constateerden tot hun verbazing dat het zichtbare licht van de nagloeiende gammaflits al na 35 minuten uitdoofde, wat ongewoon snel is.
Uit nader onderzoek is gebleken dat de materie die verantwoordelijk was voor deze kortstondige emissie zich met bijna de snelheid van het licht van de plek des onheils verwijderde.
Nog verrassender was dat deze emissie de signatuur had van een pasgeboren, snel draaiende en sterk magnetische neutronenster had: een zogeheten magnetar.
Het team ontdekte dat deze magnetar de afremmende uitgestoten materie opnieuw opwarmde.
Volgens de onderzoekers wijst dit erop dat er tot zeker een dag na de oorspronkelijke botsing een magnetar heeft bestaan. (EE)
(Image Credit: Nuria Jordana-Mitjans)