Hoewel de inmiddels kolossaal dure en vertraagde James Webb Space Telescope eerst nog maar eens gelanceerd moet worden, wordt bij NASA al nagedacht over diens opvolgers.
Op het wensenlijstje staan vier kandidaten, waarvan er één ergens na 2030 moet worden gelanceerd.
Het wetenschappelijke tijdschrift Science laat deze ‘droomtelescopen’ in een online presentatie de revue passeren.
Kandidaat 1 is het Lynx X-ray Observatory, een röntgentelescoop met een 3-meter grote ’hoofdspiegel’. D
eze is speciaal bedoeld voor het opsporen van superzware zwarte gaten en het onderzoeken van hun invloed op de ontwikkeling van sterrenstelsels.
De volgende is het Habitable Exoplanet Observatory (HabEx).
Uitgerust met een hoofdspiegel die ruim anderhalf keer zo groot is als die van ‘Hubble’ (4 meter), zou deze ruimtetelescoop naar aardeachtige exoplaneten moeten gaan zoeken.
Daarbij wordt hij geholpen door een afzonderlijk te lanceren ‘parasol’ met een middellijn van 72 meter, die het licht van een ster moet tegenhouden om planeten in diens omgeving beter zichtbaar te maken. Nummer drie is de Origins Space Telescope (hoofdspiegel 9 meter), die zou worden uitgerust met een koelinstallatie die het instrument op een temperatuur van vier graden boven het absolute nulpunt houdt.
Op die manier kan de moeilijk waarneembare infraroodstraling uit het heelal worden waargenomen die wordt uitgezonden door het koude gas en stof waaruit sterren en planeten ontstaan.
En dan is er nog de Large UV Optical Infrared Surveyor (LUVOIR).
Deze reus onder de ruimtetelescopen zou met een hoofdspiegel van 15 meter bijna veertig keer zoveel licht opvangen als de Hubble-ruimtetelescoop en een breed onderzoeksprogramma hebben: van aardeachtige exoplaneten tot de verste en oudste sterrenstelsels in het heelal.
Welke van het viertal de strijd gaat winnen, moet nog blijken.
Maar de ervaringen met vorige ruimtetelescopen hebben geleerd dat uitstel eerder regel dan uitzondering is. (EE)