Image default

Nabije pulsar bestookt de aarde met antimaterie

NASA’s Fermi-satelliet, die kosmische gammastraling detecteert, heeft een omvangrijke gloed geregistreerd rond de nabije neutronenster/pulsar Geminga.
Als we deze energierijke vorm van straling met onze eigen ogen zouden kunnen zien, zou deze ‘gamma-halo’ aan de hemel veertig keer zo groot lijken als de volle maan (Physical Review D).
Een neutronenster is de ineengestorte kern van een zware ster die al zijn brandstof heeft verbruikt, en zijn buitenste gaslagen heeft weggeblazen.
Deze snel ronddraaiende sterrestanten kunnen, net als vuurtorens, bundels van licht en andere soorten straling uitzenden.
Wanneer zo’n bundel periodiek onze kant op wijst, zien we de neutronenster met grote regelmaat pulseren.
Zo’n ‘knipperende neutronenster’ wordt een pulsar genoemd.
Geminga behoort tot de helderste gammapulsars aan onze hemel.
Hij staat op een afstand van ongeveer 800 lichtjaar in het sterrenbeeld Tweelingen (Gemini) en tolt iets meer dan vier keer per seconde om zijn as.
Zo’n pulsar is van nature gehuld in een wolk van elektronen en positronen, de antimaterie-variant van elektronen.
Dat komt doordat het intense magnetische veld van de neutronenster deze geladen deeltjes aan het steroppervlak onttrekt en ze met bijna de snelheid van het licht de ruimte in schiet.
Onze planeet wordt voortdurend bestookt met snelle elektronen, positronen en andere geladen deeltjes uit het heelal.
Deze deeltjes zijn echter gevoelig voor magnetische velden, waardoor tegen de tijd dat ze ons bereiken niet meer te achterhalen valt waar ze precies vandaan komen.
Maar vermoed werd dat met name de snelle positronen die ons bereiken afkomstig zouden kunnen zijn van nabije pulsars zoals Geminga.
Een nieuwe analyse van gegevens van de Fermi-satelliet versterkt dit vermoeden.
Uit de gegevens blijkt namelijk dat de gloed van gammastraling rond Geminga veel omvangrijker is dan gedacht.
Wetenschappers denken dat deze gammagloed ontstaat wanneer de door de neutronenster versnelde elektronen en positronen in botsing komen met gewoon licht, dat daardoor meer energie krijgt.
Hoe omvangrijker de halo rond Geminga is, des te groter is de kans dat positronen van dit object de aarde kunnen bereiken.
Aanvankelijk leek die kans dus klein, maar uit hun nieuwe analyse leiden de onderzoekers af dat alleen al Geminga verantwoordelijk kan zijn voor 20 procent van alle energierijke positronen die de aarde bereiken.
De overige pulsars in onze Melkweg zouden de rest voor hun rekening nemen. (EE) (Credits: NASA’s Goddard Space Flight Center)

Ook interessant

Melkwegstelsel lijkt aanzienlijk lichter dan gedacht

stipmedia

Webb legt spectrum van exoplaneet TRAPPIST-1 vast

stipmedia

Superzwaar zwart gat in sterrenstelsel M87 roteert

stipmedia

Het jonge heelal wemelde al van de Melkweg-achtige sterrenstelsels

stipmedia

Koolstofdioxide op Jupitermaan Europa is afkomstig uit inwendige oceaan

stipmedia

Capsule met bodemmateriaal van planetoïde Bennu is aangekomen in Houston

stipmedia