Een team van Leidse astronomen, onder leiding van Simon Portegies Zwart, is erin geslaagd om de eerste 100 miljoen jaar van de geschiedenis van de zogeheten Oortwolk door te rekenen.
Tot nu toe waren alleen stukjes van de geschiedenis los van elkaar bestudeerd.
De sterrenkundigen publiceren hun allesomvattende simulatie en de gevolgen daarvan binnenkort in het vakblad Astronomy & Astrophysics.
De Oortwolk vormt een enorme schil, bestaande uit zo’n 100 miljard komeetachtige objecten, aan de rond van ons zonnestelsel.
Hij werd in 1950 bedacht door de Nederlandse sterrenkundige Jan Hendrik Oort, om te verklaren waardoor er steeds nieuwe kometen met langgerekte banen in ons zonnestelsel opduiken.
De wolk, die pas begint op meer dan 3000 keer de afstand aarde-zon, moet overigens niet verward worden met de Kuipergordel – de gordel van brokken steen, gruis en ijs waar de dwergplaneet Pluto deel van uitmaakt en die zich veel dichterbij bevindt.
Hoe de Oortwolk precies is ontstaan, was tot nu toe een raadsel.
Dat komt doordat er een reeks gebeurtenissen heeft plaatsgevonden die een computer lastig in zijn geheel kan nabootsen.
Sommige processen duurden slechts een paar jaar en vonden op relatief korte afstanden plaats, vergelijkbaar met de afstand aarde-zon. Andere processen duurden miljarden jaren en vonden plaats over lichtjaren afstand, vergelijkbaar met de afstanden tussen sterren.
De Leidse onderzoekers zijn, net als bij eerdere onderzoeken, van losse gebeurtenissen uitgegaan, maar nieuw is dat ze de gebeurtenissen vervolgens met elkaar hebben weten te verbinden.
Ze gebruikten bijvoorbeeld het eindresultaat van de eerste berekening als startpunt voor de volgende berekening.
Zo konden ze de hele ontstaansgeschiedenis van de Oortwolk in kaart brengen.
De simulaties bevestigen dat de Oortwolk een overblijfsel is van de protoplanetaire schijf met gas en stof waaruit ons zonnestelsel zo’n 4,6 miljard jaar geleden is ontstaan.
De komeetachtige objecten in de Oortwolk komen grofweg uit twee plekken uit het heelal.
Een deel ervan komt van dichtbij, uit ons eigen zonnestelsel.
Het zijn brokstukken en planetoïden die door de grote planeten naar buiten zijn geslingerd.
Het andere deel van de objecten is afkomstig van andere sterren.
Toen de zon net was geboren, waren er nog een stuk of duizend andere sterren in de buurt.
De Oortwolk kan kometen hebben ingevangen die oorspronkelijk bij die andere sterren hoorden.
Overigens konden de Leidse sterrenkundigen ook een aantal gebeurtenissen weerleggen, waaronder de in 2005 geopperde hypothese dat de Oortwolk een gevolg zou zijn van de migratie van de reuzenplaneten in het zonnestelsel.
eze hypothese, die dus onjuist blijkt te zijn, zou de vele oude kraters op de maan moeten verklaren. (EE)
(Image Credit: Pablo Carlos Budassi [CC BY-SA 4.0] via Wikimedia)