Astronomen zijn erin geslaagd om de leeftijden bepalen van enkele van de oudste sterren in ons Melkwegstelsel.
Door gegevens van ‘stertrillingen’ en informatie over de chemische samenstelling van de sterren met elkaar te combineren is daarbij een ongekende precisie bereikt (Nature Astronomy).
Het onderzoeksteam, onder leiding van wetenschappers van de Universiteit van Birmingham, onderzocht ongeveer honderd rode reuzensterren en heeft daarbij ontdekt dat sommige daarvan oorspronkelijk hebben behoord tot het kleine sterrenstelsel Gaia-Enceladus, dat 8 tot 11 miljard jaar geleden door het Melkwegstelsel is ‘opgeslokt’.
De resultaten laten zien dat de groep onderzochte sterren allemaal een vergelijkbare leeftijd hebben, of iets jonger zijn dan de meerderheid van de sterren waarvan bekend is dat ze hun leven in de Melkweg zijn begonnen.
Dit bevestigt bestaande theorieën die suggereren dat het Melkwegstelsel al grote aantallen sterren had gevormd vóórdat de fusie met Gaia-Enceladus plaatsvond.
De meeste van deze sterren bevinden zich nu duizenden lichtjaren boven en onder het Melkwegvlak.
Bij hun berekeningen hebben de astronomen gebruik gemaakt van asteroseismologische gegevens van de Kepler-satelliet, en deze gecombineerd met gegevens van de Europese Gaia-ruimtetelescoop en de spectroscopisch APOGEE-survey.
Alledrie leveren informatie op over de eigenschappen van sterren in ons Melkwegstelsel. Asteroseismologie is een relatief nieuwe techniek waarbij de relatieve frequenties en amplitudes van de natuurlijke trillingen van sterren worden gemeten.
Op die manier kunnen astronomen informatie verzamelen over de grootte en de inwendige structuur van een ster. En aan de hand daarvan kan een nauwkeurige schatting worden gemaakt van diens leeftijd. (EE)
(Image Credit: ESA)